Na de teleurstelling van de eerste match van de Belgian Cats tegen Duitsland gezien te hebben, besluit ik om dit verlies proberen weg te spoelen met een avondje zeehavenvissen. Vanuit ons vakantiehuisje is het niet zo ver rijden naar de beoogde stek. Tijdens het rijden schat ik de windrichting in en bedenk op welke kant ik best ga starten. Eerst en vooral wil ik mezelf een tweede kans geven om met en lichte dropshothengel een paar zilveren rovers te verschalken. Een eerdere poging mislukte, maar het moet me zeker ooit eens lukken.
De wind zit echter niet op de verwachte oever, en bovendien is het water erg gekleurd vanwege drukke scheepvaartverkeer. Hmm, ik schat m’n kansen laag in. Op de tweede inworp krijg ik echter al een felle tik door op de top. De aanslag levert niets op, maar dit gebeuren geeft me hoop. Drie kwartier later is die hoop al behoorlijk verdampt, al gebeurde halfweg wel nog iets bijzonders. Bij het vlot uitdraaien vanop de grote diepte kwamen twee vijftigers mijn montage volgen. Helaas leken ze meer interesse te hebben voor het loodje dan voor het haak-aas zelf.
Overschakelen
Overschakelen dus naar een andere visserij, en daarom moet ik wat verderop in de haven zijn. Ginds ligt namelijk een ondiepe zandplaat en daar houden de zeebaarzen op dit soort van zonnige warme avonden wel van. Het kan mij weinig deren dat het dan vaak wel kleinere zeebaarzen zijn. Meer zelfs, ik vis graag op deze kleintjes. Ik houd namelijk van veel actie tijdens mijn visserijen, en daar er meer kleine zijn van één soort, heb je dus ook veel meer kans om aan ruim wat actie te geraken. Als je de uitrusting aanpast, en licht gaat vissen, dan slaat uw adrenalinepomp zeker voldoende aan op een sessie, om stevige hartslagverhogingen te realiseren.
Daarom pik ik mijn “Evoque” 15-gramshengeltje uit het klein arsenaal hengels dat in de auto ligt. Het eerste aasje dat mag zwemmen is zoals erg vaak de ‘Fujin’. Dit is een lipless baitje van slechts 6.5cm uit de Rapture-stal waarin ik een ongelofelijk veel vertrouwen in heb. Het vangt groot en klein door elkaar en laat zich ondanks zijn 7gram echt wel ver gooien.
Vis je dit aasje twitchend binnen, dan schiet het van links naar rechts, echt als een prooivisje dat maar niet kan beslissen welke kant het uit gaat vluchten. Deze actie kan zeebaars compleet hoorndol maken. Vandaag wil het echter niet goed lukken. Vlot krijg ik wel een paar volgers, en hier en daar een kolkje achter het aasje aan, uitzonderlijk komt een klein tikje door de top, alsof ze wel eens willen proeven, maar niet doorbijten.
Wisselen van aas
Vorige sessie moest zo traag mogelijk worden gevist, en soms moest het baitje zelfs stil vallen om de felste beten uit te lokken. De Fujin wiegelt dan verleidelijk horizontaal naar beneden, en blijkbaar vinden de zilveren rovers dat soms ook lekker. Ook deze manier van vissen wil nu echter niet werken. Traag schuif ik meter per meter op, op zoek naar actievere ‘zee-rovers’. Op één plaats in de richting van een boei geworpen, blijken meerdere vissen te liggen. Worp na worp komen kolkende vissen achter mijn aas gezwommen, echter telkens zonder toe te grijpen. Het lijkt mij dus hoog tijd om te wisselen van aas!
Als ik mijn tacklebox open klik, valt mijn oog op een Spro poppertje. Deze “Iris Pop” van 5.5cm in de kleur Vairon kreeg een vorige keer al de kans om te zwemmen, maar leverde toen niets op. Ik was toen echter al ten volle zeker dat dit aasje vis zou vangen. Naast het feit dat dit poppertje met z’n slechts 4.8gram, zich ook prima laat werpen, overtuigde zijn actie mij direct. Het spuwt bij de minste hengeltik evenveel vloeistof naar voren als een zatlap die na een avondje stappen zijn maag nodig moet ledigen. Hoe harder je met de hengel tikt, hoe verder wordt gespuwd. Het kan dus ook niet anders dat dit spatten moet opvallen bij hoog jagende rovers.
Ik richt mijn worp naar de stek waar daarnet de volgers de Fujin constant na-kolkten. Mijn Iris Pop valt waar ik het stuurde, en kort daarna geef ik een eerste tik met de hengeltop. BENG! Onmiddellijk is daar een keiharde aanval. Ik ben geschrokken van de wel erg snelle aanbeet, maar mijn arm zette ondertussen al instinctief de haak. De vis moet van ver komen, en met deze lichte hengel kan niet veel worden geforceerd, dus kan ik lang genieten van de dril.
Popper-actie
Rap een paar foto’s schieten. Rap, want ik wil wel eens weten als dit gewoon snel toeval was, of het startsein van veel ‘popper-actie’. Mijn tweede worp levert nog sneller resultaat op. De popper valt en nog voor ik mijn beugel kan dichtslaan, kletst een zeebaars vol op het drijvende aasje. In een reflex sla ik de molen dicht en kan ik ook bij deze vis de haak zetten. Ik sta enigszins wat perplex vanwege deze nog snellere aanbeet dan de eerste, en een donkerbruin vermoeden komt op dat dit hoogstwaarschijnlijk geen toevalstreffer geweest zal zijn. Het is inderdaad de start van een paar zotte uurtjes. Zo goed als elke worp knallen de scholenbaarzen op de popper. Vaak komt het halve lijf van de vis daarbij naar boven. Soms wordt het poppertje een 40-tal cm omhoog geslagen, waarna de aanvaller woest op het terugvallende aasje duikt, of niet. Ik kan me namelijk niet van de indruk ontdoen dat ze er soms gewoon naar slaan, en dat daarom niet elke wilde kolk resulteert in een gehaakte zeebaars. Toch komen ze vlot genoeg om de vangstenteller snel te laten oplopen. Ik vind het prachtig, al die actie!
Lekker doorbuigen
Het lijken allemaal vissen van dezelfde jaarklassen te zijn, en al zit de één wat gespierder in zijn vel, hun formaat ligt meestal tussen de 26 en 40cm. Toch leveren de drils voldoende spanning om het erg leuk te houden. Hier en daar liggen in dit ondiepe, met mosseltjes begroeide stenen tussen het zand, en het is altijd spannend om te proberen de fel vechtende dikke dertigers daarvan weg te houden. De hengel hoog houden is dan noodzakelijk, en dan buigt hij erg lekker diep door; heerlijk!!
Ik sla twee keer kort na elkaar aan op de lichte tikken die doorkomen. De kolken die bij dit gebeuren ontstonden, duiden echter wel aan dat dit zeker om grotere vissen moet gaan. Jammer dat ik ze niet kon haken. Natuurlijk gaat mijn volgende worp opnieuw naar dezelfde plek. De popper valt, en nog voor ik een eerste tik kan geven, kletst er al een zeebaars op. De kolk was niet zo groot als bij de vorige worp, maar dit keer is de aanslag wel raak. De vis knalt er vol vandoor. De slip giert het daarbij uit. De vis slaat een kolk in de oppervlakte, en schiet daarna een andere richting uit. Opnieuw moet de slip komen bijsturen. Ik ben zeker dat dit een groter exemplaar zal zijn, en kijk reikhalzend uit naar een eerste glimp van zijn werkelijke grootte. Die eerste blik is wat teleurstellend. Hmmm, die lijkt dan toch niet zo groot te zijn. Dan zie ik het waarom van deze felle dril. De vis is gehaakt in zijn staartstuk, en natuurlijk kon hij op die manier extra veel kracht ontwikkelen tijdens zijn vluchtpogingen.
Nu, deze plaats van inhaken lijkt me wel voldoende bewijs dat de zeebaarzen regelmatig gewoon met hun achterlijf naar de Iris Pop slaan, in plaats van hem met de bek te grijpen. Oef, het ligt dus niet alleen aan mijn onvermogen om de aanvallers telkens gehaakt te krijgen, dat ik blijvend missers moet noteren. Ik kan zo met gerust hart verder genieten van het ‘oppervlakte-aanbeten-feestje’.
En genieten doe ik. De beten blijven namelijk erg vlot komen, ook als ik besluit om eens de delen aan te doen waar ik eerder in de namiddag wel volgers kreeg, maar geen aanbeten. Ze blijken daar even zot te zijn van de Iris Pop. Zelfs als ik na een tijdje de delen water aandoe waar ik eerst helemaal geen actie kon versieren. Het is me echt het “popper-dagje” wel!! Als er dan toch eens en volger komt die niet wil toegrijpen, hoef ik enkel maar harder en sneller te tikken met de hengeltop, om de weigeraar toch over de schreef te trekken.
Het lijkt me een uitgelezen moment om het één en ander uit te proberen. Eerst even nagaan als ze ook een gewoon traag binnen gespinde popper willen pakken. De reactie blijft nu echt wel uit. Soms deint er een lauwe kolk achter het aasje, maar een echte aanbeet volgt nooit. Het wordt anders als je ook maar 1 keer een tik geeft. Het moment na het wegspuwen van wat spetters, zet de zilveren rovers direct in aanvalsmodus. Wat ook opvalt, is dat als er maar het minste beetje wier aan één van de haken hangt dat er nooit wordt toegegrepen.
Hetzelfde resultaat is er als de popper met één van zijn dregjes de onderlijn heeft gegrepen. Vanop afstand te zien, lijkt hij nog steeds prima te ‘poppen’, hij spuwt nog steeds evenveel water vooruit, maar de zeebaarzen hebben geen zin in zo een ‘vernesteld’ aasje.
Echt snel binnentikken, blijkt dan enigszins de grotere vissen uit de school te selecteren. Mijn gedachte daarbij is dat de grotere gemakkelijker die snelheid kunnen bijhouden en ondertussen toch voldoende te kunnen richten om toe te kunnen happen.
Plots is het over
Dan is het plots helemaal over. Waar ik de voorgaande worpen nog overal actie kon uitlokken, lukt het nu nergens meer. Het lijkt alsof ze daar beneden de sirene lieten afgaan om te laten weten dat de werkdag voorbij is. Erg vreemd dat dit bij vissen gebeurt, is dit echter niet. Ook in de polder heb ik dit ettelijke keren meegemaakt. De nochtans erg actieve baarsjes van de ganse polder besluiten dan eensklaps allemaal tezamen om naar niets meer te happen.
Ik doe nu zeker nog dertig worpen, maar die leveren allemaal niets meer op. Dan hoor ik wat gepletst achter me. Pal op de waterlijn met de oever zijn nog wat kringen te zien. Het zal toch niet waar zijn dat ze nu achter me liggen te jagen? Natuurlijk gaat de Iris Pop wel in die richting. Onmiddellijk vlucht een schooltje mini-visjes weg. Ik heb nog maar twee keer getikt als de aanbeet al komt. Al bij de aanslag voel ik dat het om een kleinere tegenstrever gaat, maar goed, dat maakt niets uit, ik heb weer actie!
Opnieuw gaat mijn aasje dezelfde richting uit; dit keer zonder resultaat. Wat verderop verschijnen tegen het zandstrand opnieuw wat ringetjes. Je weet maar nooit denk ik, en stuur mijn worp in die richting. Ja hoor, blijkbaar volgen de zeebaarsjes het schooltje kleine visjes. Ik kan weer vol aan de bak, en hoe dichter ik mijn popper tegen de oeverlijn gooi hoe feller de aanbeten komen. Het valt me op dat ik nu wel veel minder missers heb. Elke tik op de hengeltop is zowat raak, ook al zijn de gevangen exemplaren een stuk kleiner. Sommige halen niet eens de 20cm.
What the F…. was dit ?
Ook dit feestje blijft echter niet duren. Op een gegeven moment is het helemaal over. Ik vis nog een aantal stekken verderop af, in de hoop dat het toch opnieuw op gang komt. Het is ijdele hoop. Misschien liggen ze nu wat dieper, en moet ik toch nog even met dieper duikend aas aan de slag? Tja, eigenlijk zit mijn vrouw nu al op me te wachten, maar ja, die drang hé. Ik beloof mezelf nog 5 worpen met een klein shadje. Als het dan niets is, ga ik terug richting vakantiehuis. Daarvoor zoek ik eerst een wat dieper stuk van de haven op. Aan het einde van de vijfde worp, als ik al terug op de ondiepte van de zandbank ben beland met mijn shadje, besluit ik om op te houden. Volle bak draai ik mijn aasje uit. Dan zie ik plots, nog sneller, een grote zeebaars achter mijn shadje aan komen gestormd. Zijn bek gaat open en dicht, kort voor me, de vis draait gelijk 180°, en stormt terug naar de diepte. BENG gaat het keihard door de hengel. De beuk trekt mijn top helemaal rond. Aanslaan kan eigenlijk al bijna niet meer, toch komt de aanslag instinctief. Eventjes heb ik de dikke vijftiger aan de haak, maar dan schiet hij los. What the F….. was dit?!?!
Sorry, maar weinig vissers kunnen op dat soort van moment stoppen, dus vrouwtje zal wel nog even moeten wachten, best eventjes appen eerst . Dat laatste anderhalf uur werd ook weer helemaal dolletjes. Mijn schrijfruimte is hier echter op, dus de rest van het verhaal zal een volgende keer moeten komen. Toch alvast een teasertje.
Reageer