Eigenlijk duurt het veel te lang voordat het echt voorjaar is. In deze periode (maart / einde winter) paait de witvis en trekken ze massaal naar de ondiepere wateren. Reden daarvan is dat het natuurlijk voedsel daar eerder ontwikkeld en te vinden is, en doordat het ondiepe water sneller opwarmt, want warmer water trekt nu eigenlijk elke vissoort wel aan. Op het ondiepe kunnen ze ook makkelijk hun kuit afzetten door ontstaan van waterplanten etcetera. Er gebeurt dus wel wat in dit soort waterdelen. Hopelijk herken je dit en is er een vergelijkbaar (ondiep) water in de buurt te vinden waar je in dit jaargetijde ook je ding kunt doen. Dus let met name op de (on)diepte. Kwestie van uitzoeken, peilen en info uitwisselen.
Bij ons is een goed voorjaarwater Het Valleikanaal. Dit is een smal en relatief ondiep water van ongeveer 20 meter breed en een meter tot 1,50 meter diep. Het is een afwateringskanaal dat van de Neder-Rijn naar de Eem stroomt. Het kan bij veel regenval dus behoorlijk stromen.
Ieder voorjaar vis ik daar graag met de vaste hengel, maar ook voor de feeder is het uitermate geschikt. Doordat ook de waterplanten snel groeien, moet je goed en secuur peilen om een schone plek te vinden. Afstand / hengellengte is niet belangrijk, als er maar een goede drift gemaakt kan worden.
Thuis heb ik het voertje al gezeefd en bevochtigd. De keuze is gevallen op brasemvoer, dit omdat het zwaarder is en minder werkzame delen bevat. Buiten dat er nog heel veel andere vissoorten te vangen zijn, is de brasem toch in de meerderheid aanwezig. Na het peilen (ik begin altijd met staande haak) maak ik het voer af met casters, dode maden en geknipte wormpjes. Secuur cup ik 8 bolletjes voer met aas en de vissessie kan beginnen.
Met een dobber van 0.8 gram tot een gram maak ik vertraagde driftjes (dobber gecontroleerd door het water laten gaan). Aan het einde van de drift dienen de eerste vissen zich aan. Prachtige voorns vangen daar de losse deeltjes op uit het voer. Aan een haak 20 heb ik een caster of twee pinkies. Tussen een half uur en een uur vissen komt de voorn op de voerplek en soms komt er ook al een brasem tussendoor. Dat is het teken om met een zwaardere dobber te gaan vissen. Een andere topset is vooraf al gepeild, in dit geval een 2 of 3 grams dobber die 25 cm op de grond ligt. Soms is dit een stroomdobber.
‘Wat een geweldige vissen zijn er dan te vangen!’
Deze zet je stroomafwaarts in en laat hem langzaam precies op de voerplek staan. Dit is het moment dat je de dobber moet blokken of tegenhouden. Soms een klein beetje liften en dan weer laten zakken, zodat het aas weer natuurlijk zakt. Met als aas een cocktail van maden en casters of een mestpiertje, dit aan haak 18 of 16, kan het niet misgaan. Want wat een geweldige vissen zijn er dan te vangen; brasems, soms ook zeelten en prachtige windes van rond de 2 kg. Want dik zitten ze! Als de beet minder is of als er weer kleine vis gevangen gaat worden, is dit een teken om te cuppen. Niet te grote bollen maar wel met regelmaat, zodat de vis wel bij jou op de plek blijft. Dit levert 100% fantastische visdagen op.
Materiaalkeuze
Vaste hengel met cupset.
Topset 1:
- Elastiek 0.8 tot 1mm
- Dobber 0.8 tot 1 gram.
- Lijndikte 10/100.
- Onderlijn 8/100.
- Haak 20
- Dobber staande haak ( peillood op de haak en bovenkant antenne gelijk met wateroppervlakte.
Methode: Stroomopwaarts ingooien en de dobber zo controleren dat hij vertraagd door het water gaat. Met als aas een caster of twee pinkies.
Topset 2:
- Elastiek 1,25 mm
- Dobber 2 tot 3 gram
- Lijndikte 12/100
- Onderlijn 10/100
- Haak 18 of 16.
- Peillood op onderste loodje zetten, die 25cm van de haak staat. Nu zo afpeilen dat het drijflichaam net niet uit water komt.
Methode: Stroomafwaarts inzetten en zorg ervoor dat de dobber precies op de voerplek staat. Lijn strak houden en hengel stil leggen. Aas mestpiertje met caster of twee maden met caster. Ook een maïskorrel doet het soms goed.
Lokvoer
Eerder was het voer bij vissers geheim en deden ze er ook geheimzinnig over. Dit kwam doordat iedereen zijn eigen voer maakte met losse bestanddelen. Sommige vissers doen dit nog en dat is prima. Zelf gebruik ik altijd voer van Evezet. Hier gebruik ik 2kg Team spirit Super Brasem en 0,5 kg Team spirit Super Voorn.
‘Vissen kan je net zo moeilijk maken als je zelf wil, maar hou het simpel is mijn advies.’
Vooraf gooi ik dit droog op een fijne zeef, zodat alle grove delen eruit zijn. Het voer mengen en bevochtigen in etappes. Als het hard stroomt voegen we 1kg leem toe. Nog een keer vochtig door de zeef, zodat de vochtigheid goed verdeeld is.
Zo kan iedereen zijn eigen voer samenstellen, dat per water en visserij aangepast kan worden.
Vissen kan je net zo moeilijk maken als je zelf wil, maar hou het simpel is mijn advies. Sta open voor nieuwe dingen en ga daar eens mee aan de slag.
Ik wens iedereen heel veel visplezier en ga vooral genieten!
Nico Bakkernes
Reageer