Het is grappig dat mensen mij vooral kennen als karpervisser terwijl mijn favoriete visserij misschien wel wat anders is. Want stel dat je de keuze zou hebben om nog een enige en laatste visdag van je leven te hebben. Wat zou je dan kiezen? Voor mij is het antwoord de laatste paar jaar overduidelijk het statisch vissen op grote zeelt. De schoonheid van de vis, tijd van het jaar en ook onder andere secure visserij die met vlagen lekker actief kan zijn spelen daarin een grote rol.
Ondanks dat de zeelten vaak al vroeg in het jaar wakker worden en dan ook relatief makkelijk te vangen zijn door het beperkte voedselaanbod wacht ik liever iets langer. Persoonlijk heb ik meer interesse in het vissen op bovengemiddeld grote vissen en daarbij is het gewicht interessanter dan de lengte. Met name bij de vrouwtjes zie je in de loop van het voorjaar een duidelijke progressie naar de paaitijd. Door niet te vroeg te starten met het vissen op zeelt heb ik eerder in het jaar nog tijd voor andere visserijen en voorkom ik tevens dat mijn interesse alweer te vroeg afzwaait naar andere soorten.
‘Doordat het maar een korte periode in mijn agenda is, kijk ik er de laatste jaren steeds weer naar uit.’
Tevens heeft de korte intense periode waarin ik het vissen op grote zeelt beoefen zo zijn charme. Doordat het maar een korte periode in mijn agenda is kijk ik er de laatste jaren steeds weer naar uit.
De beste periode
De periode waarin van start ga is deels afhankelijk van het water. Stel dat ik een nieuw water wil proberen, dan kan een wat vroegere start begin april er voor zorgen dat ik wat meer tijd heb om mijn draai te vinden. Op vrijwel alle wateren waar ik zelf gevist heb paait de zeelt na de karper. Dus vaak betekent dit dat je tot eind mei of begin juni de tijd hebt.
‘De periode waarin ik van start ga is deels afhankelijk van het water.’
En juist tijdens dat laatste moment voor de paai kunnen de dames echt op absoluut topgewicht zijn. Natuurlijk is de uitslag van een unster niet perse leidend in het visplezier. Maar ik heb zelf nu eenmaal een zwak voor zeelten die echt goed gevuld zijn. Dus vandaar dat ook dit jaar in mei alweer wat verlofdagen tactisch gepland zijn.
Kritisch maar realistisch
Als we dan gaan kijken naar de plekken waar je zeelt kan verwachten is er een enorme keuze. En die keuze is ook heel persoonlijk. Indien je het mooi vindt om ultralicht met een dobbertje wat actie te krijgen of feederend de top keer op keer krom te zien gaan zal je op een andere plek uitkomen dan wanneer je enige doel is om een enkele kapitale zeelt te vangen. Je zal voor jezelf dus realistisch moeten zijn met wat je wilt, hoever je wilt rijden en hoeveel tijd en moeite je in je visserij wilt steken. Indien je dat helder hebt is het natuurlijk zaak om te zoeken en dan begint vaak met je oren en ogen open houden. Met name karpervissers die een zeelt als lastige bijvangst zien willen nog wel eens wat informatie los laten. Let er overigens op dat je de formaten die zij aangeven vaak met een korreltje zout moet nemen. Er zijn maar weinig karpervissers die een zeelt daadwerkelijk meten of wegen.
In de praktijk blijken vis toch vaak een stuk kleiner dan geschat en zijn echt grote exemplaren een stuk zeldzamer dan velen denken. In mijn ervaring zijn vissen van 8lb/3,6kg+ echt een kantelpunt. Om met regelmaat vissen van boven dat kaliber te vangen zal je kritisch moeten kijken naar de wateren.
‘Om met regelmaat vissen van boven dat kaliber te vangen zal je kritisch moeten kijken naar de wateren.’
De plekken waar ik de afgelopen jaren mijn grotere zeelten heb gevangen hebben allemaal enkele kenmerken. Zo zijn het om te beginnen afgesloten heldere, voedselrijke wateren met een klein bestand aan vis. Doordat de tafel er riant gedekt is en er minder monden mee snoepen worden de vissen simpelweg een stuk groter. Je zal op dergelijke wateren vaak zien dat ook de aanwezige brasems en karpers ook van interessant formaat zijn. Heb je te maken met een water dat een stevige hengeldruk van karpervissers kent? Dan kan het vele voeren door hen zeker ook een positief effect hebben op de groei van de vis.
Vergane glorie
Iets waar je ook rekening mee dient te houden is de potentie van een visbestand. Het lijkt er op dat sommige populaties andere genen hebben en daardoor simpelweg niet de groei of bouw hebben van andere vissen. Bij karpers, die als soort veel verder selectief doorgekweekt zijn, zie je dergelijke verschillen in “rassen” erg goed. Maar ook de leeftijd van de vissen zal een rol spelen. Als je te maken hebt met een veel ouder bestand aan vissen zie je dat ze weer inleveren en indien er dan geen jongere opvolging zwemt kan het zomaar zo zijn dat een voormalig topwater voor vele jaren onder de noemer “vergane glorie” valt.
Met enkel een geschikt water ben je er natuurlijk nog niet. Want je zal de vissen ook nog daadwerkelijk moeten vinden. Gelukkig zie je op veel wateren dat de zeelten in het voorjaar lekker actief zijn. Met name als ze nog niet vlak voor de paai zitten zwemmen ze soms complete wateren rond.
‘Met enkel een geschikt water ben je er natuurlijk nog niet.’
Een beetje tactisch kijken naar de bodemgesteldheid, eilanden, kanttaluds, plantenbedden en soortgelijke zaken zal helpen om mooie stekken te ontdekken. Zorg er ook voor dat je ’s ochtends tijdens het eerste licht aan een water gaat kijken. Je zal op veel wateren zien dat de zeelten zich juist op dat moment goed laten zien. Met hun typische manier van rollen kan je ze, als je goed kijkt, duidelijk onderscheiden van brasems en karpers. En als ze zich laten zien heb je het mooiste aanknopingspunt dat je kan wensen.
Peilen = weten
Waar ik vervolgens ook nog grote waarde aan hecht is om vervolgens de potentiële stek goed in kaart te brengen met een peilhengel. Door een lood met een rekloze, gevlochten lijn over de bodem te trekken kan je een beeld schetsen van het type bodem. De aanwezigheid van steile taluds waar je montage niet op blijft liggen of flinke plantengroei kunnen grote impact hebben. Een paar uurtjes vooraf je huiswerk doen is dus zeker geen overbodige luxe als je een schoon stuk bodem wilt vinden om je statische presentatie op aan te bieden.
Naast het aftasten met een lood kan je de peilhengel natuurlijk ook gebruiken om met een markerlood de diepte te controleren. In het voorjaar zoek je vaak naar wat ondiepere stekken tussen de 1 en 4 meter diepte. Maar ook iets dieper heb ik ze al gevangen.
Als je eenmaal een plek hebt gevonden is het zaak om deze ook goed te loggen. Door een markant punt aan de horizon als richtpunt te nemen kan je er voor zorgen dat je tijdens toekomstige visdagen steeds naar je gevonden plek kan werpen. Maar daar zullen we in deel 2 dieper op in gaan als ik kijk naar de daadwerkelijke visstijl die ik bij voorkeur hanteer.
Kevin Diederen
Op jacht naar grote zeelt bestaat uit delen:
Deel 1:
Deel 2:
https://www.onlyfishing.nl/witvis/op-jacht-naar-grote-zeelt-deel-2/
Deel 3:
Heel mooi stuk Kevin