En hij zag dat het goed was…?
Er was ooit een tijd (lang geleden) dat ik het nut van diverse typen vislijn, zoals fluorocarbon en gecoat nylon, niet inzag en dacht dat het pure commercie was. In dit stuk probeer ik uit te leggen waarom ik niet altijd de beste keuzes heb gemaakt. Het is namelijk belangrijk te weten welke specifieke eigenschappen een lijn heeft, om optimaal te kunnen presteren en vangen!
We kennen allemaal de diverse typen vislijn: nylon (monofilament), fluorocarbon (zoals Shimano Aero Silk Shock Fluoro), Dyneema, gevlochten lijn en de hybride lijnen (gecoate lijnen, zoals de Aspire Invisitec). In dit verhaal wil ik ingaan op de eerste twee. Mijn focus ligt daarbij op het vissen met een vaste stok. Bij het gebruik van een molen komen nog enkele andere aspecten om de hoek kijken, maar de basis blijft gelijk. Allereerst een ‘technische’ opfrisser:
Nylon werd in de jaren dertig van de vorige eeuw ontdekt door Dupont en pas in de jaren vijftig voor het eerst gebruikt als vislijn. Nylon behoort tot de polyamides (kunststof) en was oorspronkelijk bedoeld als vervanger voor zijde. Hoewel het heden ten dage geen puur nylon meer is door diverse toevoegingen die de prestaties van nylon verbeteren, blijven we het nog vaak nylon noemen! In dit verhaal noem ik het: mono.
Nylon, Chemische weergave
Polyvinylideenfluoride (PVDF) is de feitelijke naam van fluorocarbon. Deze kunststof werd in de jaren negentig voor het eerst als vislijn gebruikt. Doordat de moleculen van fluorocarbon dicht op elkaar gepakt zijn, heeft de lijn andere eigenschappen dan nylon!
Fluorocarbon, Chemische weergave
Ik zal enkele kenmerken van beide lijnen bespreken:
Zichtbaarheid
Water heeft een refractie- of brekingsindex van 1.33, fluorocarbon van 1.42 en mono 1.58. Wat zeggen die getallen eigenlijk? Fluorocarbon is zeker niet onzichtbaar, maar wel duidelijk minder zichtbaar onder water vergeleken met mono. Kijk maar eens naar de foto van de ‘stealth’ lijn! De linker lijn is de Shimano Aero Silkshock en de rechter de Shimano Aero Fluoro (100% fluorocarbon). De verschillen zijn duidelijk zichtbaar. Deze onzichtbaarheid kan in de hedendaagse visserij doorslaggevend zijn. Tip: je kan een grotere fluorocarbon lijndiameter kiezen zonder de zichtbaarheid te vergroten.
Dichtheid/zinksnelheid
Water heeft een dichtheid (gram/milliliter) van 1.00 en mono van 1.10, terwijl fluorocarbon een dichtheid heeft van 1.78. Mono zinkt dus erg moeilijk, terwijl fluorocarbon erg makkelijk zinkt, ongeveer drie keer sneller! Om alles in perspectief te zien: lood heeft een dichtheid van 11.3. Het kleine dichtheidsverschil tussen mono en water zorgt ervoor dat niet alleen de dichtheid, maar ook de oppervlakte spanning een rol speelt bij het zinken. Water gedraagt zich als een elastische film die doorbroken moet worden. Denk maar aan het ontvetten van de matchlijn! Een lage dichtheid in combinatie met de te overbruggen oppervlakte spanning bemoeilijkt het zinkgedrag. Bij wind en oppervlakte stroming heeft het snel zinken grote voordelen! Zelf gebruik ik vaak fluorocarbon bij het vissen met een lange slag en bij oppervlakte stroming.
Wateropname
In tegenstelling tot mono neemt fluorocarbon bijna geen water op, slechts 0.05%. Dus op het droge en in water heeft fluorocarbon altijd dezelfde eigenschappen. Mono kan 10 tot 20% water opnemen. Is dat erg? De diameter neemt iets toe, de trekkracht neemt circa 10% af en de rek neemt circa 25% toe. En de lijn wordt soepeler! Kortom, de eigenschappen van fluorocarbon veranderen niet in tegenstelling tot mono. Of dit een voor- of nadeel is, mag u zelf beslissen.
Elasticiteit/Rek/Geheugen
Fluorocarbon heeft iets minder rek (2% ten opzichte van 10%) en zal dus voor een betere beetregistratie zorgen en het zetten van de haak gaat beter/directer, vooral bij het vissen op grote afstand! Mono zal een schok beter absorberen. Over rek kan ik een mooi maar te ingewikkeld verhaal houden over plasticiteit en elasticiteit, maar het komt erop neer dat als deze materialen vervormd zijn, ze beide nooit meer terugkomen in de oorspronkelijke staat! Tot het punt van vervormen niet wordt gepasseerd, zal mono enkele procenten minder geheugen vertonen. De totale rek tijdens een dril wordt bij het stokvissen vooral bepaald door het elastiek en niet door de lijn.
UV-Degradatie
Fluorocarbon is ongevoelig voor UV en zal dus niet in kwaliteit afnemen door licht. Mono neemt circa 20% in sterkte af tijdens de eerste 100 uur. Maar een lijn ligt toch voornamelijk onder water (of in mijn kast) en een lijn gebruik ik nooit 100 uur. Of niet soms? En mijn lijnen zul je nooit open en bloot langs de waterkant zien!
Trekkracht en knoopsterkte
We onderscheiden eigenlijk een aantal situaties:
- Droog zonder knoop: Mono heeft een hogere trekkracht (10%) bij gelijke diameter.
- Droog met knoop: Mono haalt circa 95% van de droge test terwijl fluorocarbon 80% haalt.
- Nat zonder knoop: Door de wateropname neemt de trekkracht van mono af tot 90%, terwijl bij fluorocarbon de oorspronkelijke trekkracht behouden blijft.
- Nat met knoop: Fluorocarbon blijft gelijk aan de droge toestand terwijl mono afneemt tot 80%.
En even het overzicht voor wie het niet meer volgt:
Treksterkte (%) | Nylon | Fluorocarbon |
---|---|---|
Droog | 100 | 100 |
Droog, met knoop | 95 | 80 |
Nat | 90 | 100 |
Nat, met knoop | 80 | 100 |
Alle opgegeven waarden zijn natuurlijk een indicatie en ervan uitgaand dat we een goede natte knoop gebruiken.
Meten van lijnen
Als je de info op de verpakkingen van Engelstalige landen vergelijkt met die van Europese landen, dan valt op dat de trekkracht altijd lager is bij de Engelstalige versie. Deze info verdient enige uitleg. Eigenlijk is het info over de (droge) meetmethode! In de Engelstalige landen wordt de trekkracht op de knoop vermeld, hiervoor is als standaard de enkele Palomar knoop gekozen. In Europa meten we een bepaalde lengte zonder knopen! De trekkracht is dan logischerwijs hoger! De kwaliteit en het type van de knoop is dan niet bepalend.
Nog iets over knopen: er wordt vaak gesproken over natte en droge knopen en over thermische geleiding (lees warmteafvoer), maar om het verschil tussen de besproken lijnen te kunnen verklaren, zit je dan toch echt fout! Het is enkel de treksterkte die het verschil verklaart: 125 MPa voor nylon en 94 MPa voor PVDF. Let maar niet op de eenheden, maar kijk naar het verschil.
Wrijving-schuurbestendigheid
Fluorocarbon heeft een zes keer hogere schuurbestendigheid dan mono. Fluorocarbon is hard!
Souplesse
Mono is soepeler dan fluorocarbon en zal zorgen voor een natuurlijkere aaspresentatie. Het werpvermogen van fluorocarbon is wat minder, maar fluorocarbon zorgt voor een stillere presentatie als je strak op de bodem wilt vissen.
Tot slot
Een aantal van de besproken aspecten zijn natuurlijk theoretisch en statistisch, en het is aan de visser om uitgaande van de omstandigheden de juiste keuze te bepalen! Beide lijnen hebben voor- en nadelen. Maar de grote factoren in dit vergelijk zijn toch zichtbaarheid, trekkracht, slijtvastheid en UV-bestendigheid. Zelf gebruik ik tegenwoordig veel vaker fluorocarbon in de steeds helderder wordende waters, en met resultaat! Ook gebruik ik fluorocarbon als hoofdlijn bij obstakels vanwege de slijtvastheid. Al met al denk ik dat ik in het verleden wat kansen heb laten liggen om optimaler gebruik te maken van de diverse lijnen en onderlijnen.
Is het echt belangrijk dat je de wetenschap achter onze vislijn kent? Nee. Maar ik vind het wel leuk om me erin te verdiepen. Noem het maar een beroepsafwijking! Is het echt belangrijk dat je weet uit welk materiaal, met de bijbehorende eigenschappen, je lijn bestaat? Ja, dat vind ik persoonlijk heel belangrijk! Ik ben iemand die in zijn hobby tot op het kleinste detail wil kennen. Juist dan is het belangrijk dat je weet wat de eigenschappen van het betreffende product zijn. Dat geldt voor voer en aas, haken, lood, dobbers en dus ook voor de lijn. Ik wil kunnen vertrouwen op materiaal en dat dan ook optimaal gebruiken. Een juiste keuze van lijn bij de stijl van vissen is essentieel! Fluorocarbon heeft, zoals het bovenstaande stukje aangeeft, overduidelijk andere eigenschappen dan mono en als je op het scherp van de snede vist, kan elk detail het verschil zijn tussen de dood of de gladiolen.
Controleer of beter vervang altijd de lijnen zeer regelmatig. Verwijder beschadigde delen; soms is het afknippen van een kort stukje al ruim voldoende om de lijn weer als nieuw te kunnen gebruiken. Vervang de lijn aan het begin van elk visseizoen of voor een belangrijke viswedstrijd. Want lijnbreuk is het laatste wat je wil bij die ene o zo belangrijke of grote vis.
Ron Steijvers
Reageer