De barbeel is een echte topper onder de sportvissen: prachtig, krachtig en uitstekend te vangen in onze rivieren. Barbeelvissen is een zeer aangename bezigheid. Het is niet overdreven ingewikkeld, de aanbeten zijn spectaculair, en de kracht van de vis is indrukwekkend voor zijn formaat.
Barbeel vinden: rivieren, stroming en kiezels
Wie op zoek gaat naar barbeel, onthoudt drie kernwoorden: rivieren, stroming, en kiezels. Deze vis houdt van grove kiezelbodems en schuwt stromend water niet. Op alle grote Nederlandse rivieren komt barbeel voor.
De beste stekken vind je vaak vanaf de kop van een krib, waar je stroomafwaarts vist langs de rand van de stroming of in de nering. Een kribvak met een bodem bezaaid met kiezels is een gegarandeerde hotspot. Kribben in buitenbochten leveren doorgaans meer op dan die in binnenbochten.
De beste vangsttijden zijn in de ochtend- en avondschemering. Overdag kan het ook succesvol zijn, maar wat er gebeurt tussen de avondschemer en de ochtendgloren blijft een mysterie voor veel vissers…
From dusk till dawn
Onder het motto: wie niet waagt, wie niet wint trokken we richting de IJssel. Het zal ergens in augustus geweest zijn, onze eerste nachtelijke barbeelsessie. Om een lang verhaal kort te maken: vanaf 10:00 uur ’s ochtend tot 19:00 uur ’s avonds kregen we geen enkele aanbeet.
Hopelijk beantwoorden we vannacht de grote vraag: zitten ze er gewoonweg niet of zitten ze er wel, maar vangen we ze niet? Wanneer de avond valt kiezen we er voor om op de middelste krib de nacht door te brengen.
Echt veel vertrouwen hadden we eerlijk gezegd niet meer, de barbeel lijkt er vandaag niet te zitten. Wanneer er rond middernacht nog niets gebeurd is lijkt het echt verloren, maar dan gaat de knop om…..
Een keiharde aanbeet gevolgd door een mooie dril levert de eerste nachtbarbeel op, niet heel groot, maar meer dan welkom! We twijfelen nog even of het een toevalstreffer betreft, maar al snel volgt barbeel nummer twee.
Weliswaar weer een kleintje, maar dit duidt er wel op dat de barbelen gewoon azen in de nacht. Het lijkt me dan ook sterk dat ze overdag niet aanwezig waren op de stek! De gedachte gaat al snel uit naar barbelen die zich veilig wanen in de nacht en zonder schroom al het voedsel van de bodem opzuigen, een idee dat gaande weg het najaar steeds sterker wordt. \
De kers op de taart volgt rond een uurtje of 3 in de nacht. Ik ben ondertussen aardig gebroken, toch zal ik me nog even moeten focussen op deze brute vis. De lijn loopt haast kaarsrecht naar beneden, de diepte in. Het valt niet mee om in het donker de vis uit de rotsen te houden, gelukkig ben ik niet van het fijne materiaal en speel ik, zeker in de nacht, op safe.
Na een prachtig gevecht schuift het net onder een dikke barbeel die net de tachtig centimeter niet aantikt, wat een bak. Wat een mooie visserij!
Spelregels
In het voorjaar is het niet lonend om in de nacht te gaan vissen op barbeel. Het is beter om overdag te gaan wanneer de zon hoog aan de hemel staat, dan maak je een betere kans! In de zomer is het een ander verhaal; dan zijn ze 24/7 te vangen.
In het najaar gaat het echter pas echt los in de nacht. Wie een tentje opzet en verwacht rustig te slapen, komt vaak bedrogen uit, want de aanbeten kunnen elkaar snel opvolgen!
Wanneer je in het donker op barbeel gaat vissen, is het verstandig om niet alleen op pad te gaan. Overdag kan het al lastig zijn op de kribben, laat staan in het donker.
Zorg er dus voor dat je met z’n tweeën bent, zodat je elkaar kunt helpen. Zorg er ook voor dat je met daglicht aankomt op je stek. Als je de krib goed kent, zal je in het donker veel minder problemen hebben.
Er is natuurlijk ook de mogelijkheid om vanuit het kribvak te vissen, maar hierbij staat er meer lijn uit dan wanneer je vanaf de krib vist. Veel vissers kiezen voor deze optie, maar ik vis liever vanaf de krib. Zo heb je de meeste controle over de vis, wat vooral handig is wanneer je een flinke barbeel aan de lijn hebt.
Bereid je goed voor. Zorg dat je reservemateriaal bij je hebt en dat alles gebruiksklaar is. Bij lijnbreuk hoef je dan alleen een paar knopen te leggen en verlies je geen tijd met het in orde maken van je rigs en montages. Een goed hoofdlampje is onmisbaar, en het is handig om een reserve-exemplaar mee te nemen.
Passief
In de nacht kies ik er zelf voor om passief te vissen. Ik heb vertrouwen in mijn stekken, dat vertrouwen heb ik overdag al opgebouwd. Ik wacht dus tot de vissen zich melden. Als dat niet gebeurt, heb ik pech, want verkassen in het donker brengt te veel risico’s met zich mee.
Vaker dan je zou verwachten, komt de eerste beet pas na een paar uur, maar vaak volgen er daarna meerdere kort achter elkaar. De stekken die ik voor de nacht uitkies, zijn stekken waarvan ik zeker weet dat er barbeel te vangen is of waar ik zelf eerder succes heb gehad.
Vanaf de krib is twee hengels het maximum bij deze visserij. Met meer hengels raak je vroeg of laat in de problemen met je lijnen. Dat kan gebeuren door een gehaakte barbeel, maar ook door een groot schip dat het kribvak leegzuigt en daarna het water terugstuwt.
De statische visserij lijkt sterk op die voor karper. Om in het donker niet continu naar de toppen te hoeven staren, leg ik mijn hengels in piepers. Heavy feederhengels met stevige molens zijn ideaal; ik gebruik baitrunners die ik ook voor karpervisserij inzet.
Ze zijn robuust, betrouwbaar en perfect voor het vissen in de nacht. De vastloodmontage is bij nachtvisserij een uitstekende keuze. Door de felle aanbeten hangt de barbeel zichzelf direct aan het lood, dat op een grote rivier wel 150 tot 200 gram mag wegen.
Als je met een korf (zoals de “monkey”) vist, kies dan voor een iets zwaarder model dat goed blijft liggen. Gebruik geen schuifmontage in de nacht; die levert te veel vastlopers op. Als je toch schuivend wilt vissen, blijf dan altijd bij je hengels zitten.
Het aas bevestig ik op een hair, wat zorgt voor een betere inhaking. Bij het vissen op barbeel gebruik ik een onderlijn van minimaal 130 cm, maar meestal kies ik voor anderhalve meter. Onderlijnen maak ik van 32-35/00 fluorcarbon, omdat dit goed bestand is tegen beschadiging. In tegenstelling tot gevlochten materiaal slijt het niet meteen als het een steen of rots raakt.
Een haakje van maat 8 is voldoende, maar gebruik altijd een stukje krimpkous of een speciale line aligner om een goede inhaking te garanderen. Zorg er ook voor dat je haken scherp zijn. Bij het indraaien kunnen de puntjes tegen stenen komen, waardoor ze bot worden en onbruikbaar raken. Wees hier alert op.
Een baitrunner is onmisbaar, zeker als je tussendoor wat rust wilt nemen. Gebruik altijd een stevige nylon hoofdlijn van 35/00. Je kunt ook een nylon voorslag aan je dyneema hoofdlijn bevestigen, maar hoe minder knopen in je lijn, hoe beter.
Dit voorkomt vuilophoping en zwakke plekken. Ga in de nacht niet lichter vissen! Overdag kan dat wel, omdat je de vis dan beter kunt volgen, sturen en de obstakels kunt ontwijken, maar in het donker is dat een stuk lastiger.
Aas en voer
Aas kan worden onderverdeeld in twee groepen: zacht aas en hard aas. Onder zacht aas vallen bijvoorbeeld kaas en worst, beiden uitstekende keuzes voor barbeel. Helaas hebben deze aassoorten een nadeel bij nachtvisserij: ze moeten regelmatig worden ververst.
Als je ’s nachts actief blijft vissen, is dit geen probleem. Maar als je even wilt rusten en zeker wilt zijn dat het aas niet verdwijnt door witvis of een halve aanbeet, kun je beter hard aas gebruiken.
Pellets zijn een goede keuze; afhankelijk van de watertemperatuur blijven deze enkele uren aan de haak zitten. Soms zijn ze echter sneller verdwenen, dus het is verstandig om ze regelmatig te controleren.
De allerbeste optie is een boilie. Deze blijft gegarandeerd de hele nacht aan de hair zitten. Een boilie van 14 mm is groot genoeg. Voor barbeel ben ik een groot fan van vismeelboilies, vooral als ze een vleugje knoflook bevatten.
Knoflook is voor barbeel onweerstaanbaar, en ook worst heeft een sterke aantrekkingskracht. Salami blijkt een bijzonder goed aas te zijn. Het is steviger dan lunchworst of kaas en kan barbelen helemaal gek maken. Een interessante optie is om een blokje kaas en een pellet te combineren.
Boor een holte in een blokje oude kaas ter grootte van je pellet en druk de pellet erin. Dit geeft je een blokje kaas met de geur van de pellet. Het blijft stevig aan de hair zitten en biedt iets unieks, wat vaak prima werkt.
Voorvoeren kan een effectieve strategie zijn bij het vissen op barbeel. Een paar avonden achter elkaar een kilootje voer op een stek verspreiden kan wonderen doen. Houd er wel rekening mee dat anderen mogelijk op jouw stek kunnen gaan zitten. Dat is een risico, maar hoort bij het spel.
Zelf voer ik niet voor vanwege de afstand die ik moet rijden. In plaats daarvan verspreid ik een halve kilo grondvoer, verrijkt met maïs, gebroken boilies, pellets en wat losse boilies, over de stek en vis ik middenin dat gebied.
Het droge lokvoer meng ik met polentabloem, zodat het beter bindt. Hierdoor ontstaan stevige ballen die langzaam oplossen, wat precies het gewenste effect geeft.
Als er binnen anderhalf uur geen vis wordt gevangen, werp ik wat verder stroomafwaarts. Het kan zijn dat het voer door de stroming is verplaatst. Als je een paar aanbeten krijgt, kun je wat bijvoeren, maar overdrijf niet; je haakaas moet gemakkelijk gevonden worden voordat je besluit te stoppen.
Een techniek die uit Engeland is overgewaaid, “The Monkey”, is ook zeer effectief in de nacht. Druk geweekte pellets stevig in de voerkorf, zodat ze er uren in blijven zitten. Dit creëert een lang geurspoor en laat af en toe wat pellets vrij, wat de barbeel aantrekt en ervoor zorgt dat ze ook het haakaas vinden.
Nachtvissen op barbeel is een leuke en efficiënte manier van vissen. Vooral op stekken waar al regelmatig wordt gevist en dressuur is ontstaan, biedt het verrassende mogelijkheden!
Reageer