Home » Winterbaars
Roofvis

Winterbaars

Winter betekent voor mij tijd voor baars! De prachtige strepen en knalrode vinnen, zeker rond februari-maart. Dikbuikige baarzen zijn een streling voor het oog. Hoe gaan we deze belagen?

Tegenwoordig zijn er talloze technieken die deze grote baarzen kunnen verleiden. Gewoon een shadje op een loodkop, dropshot, Carolina rig, noem maar op, ze leveren allemaal vis op!

Het grote verschil met de zomervisserij op baars is dat de kleinere exemplaren verdwenen lijken te zijn! Zelden vangen we baarzen onder de 40cm. Dit is natuurlijk ook erg gebonden aan het soort water. In de polder of kleinschalig cultuurwater gaat dit natuurlijk niet op.

Mijn visserij bevindt zich voornamelijk vissend vanuit de bellyboat op rivierplassen en grote watersystemen. Maar welke techniek gebruiken we op een onbekend water en waar beginnen we?

Vanuit de bellyboat op een grote rivier

Aanpak

Op google maps wordt gekeken of er ondieptes of andere interessante stekken te zien zijn op uitgekozen water. Waar kunnen we bij het water komen of gaan we via de rivier de plas op? In eerste instantie begin ik simpelweg met een shadje van 8 tot 10cm en 7 grams loodkop de kantjes af te werpen.

Op deze manier krijg je al gauw een beeld van het bodemverloop. Een lang zweefmoment betekend een steile oeverzone. Stuitert de loodkop ineens snel op de bodem, een ondiepe plaat of bultje. Je leert ook snel de soort bodem te herkennen.

Steenstort is natuurlijk makkelijk, je zit regelmatig vast! Maar ook het verschil tussen een harde of zachte bodem is na een tijdje goed te merken, al helemaal bij gebruik van de Carolina rig. Slepend over de bodem is precies te bepalen wat er ligt, steentjes of zandbodem, alles wordt perfect geregistreerd!

Je hebt niet veel nodig voor de verschillende technieken

Het kost tijd om nieuwe wateren in kaart te brengen, wat zijn de beste stekken, aasperiodes en welke methodes leveren de meeste aanbeten op? Bij veel obstakels is de dropshot een goede optie en wordt er veel gevist dan doen alternatieve aasjes het vaak beter.

Staat er wat meer wind of wil ik sneller een gebied afvissen, dan monteer ik een zwaardere loodkop. Met zijn tweeën kan je natuurlijk beide voor een andere techniek gaan of wat dieper/ondieper vissen. Zo vind je de goede stekken of techniek welke op dat moment het beste werkt natuurlijk sneller.

Eenmaal een aanbeet gehad of zien we veel vis op de dieptemeter, dan vissen we dit gebied wat secuurder af. Vaak liggen er meerdere baarzen op een hotspot, dus het is zaak om van die wetenschap gebruik te maken.

Op een hotspot liggen ze vaak dicht bij elkaar

Niels en ik bevisten eens een plas welke als moeilijk bekend staat. Meestal weinig tot geen aanbeten, maar de vissen die er zitten zijn zeer de moeite waard. Hierdoor zijn we er toch een aantal keren per jaar te vinden. Deze keer vallen we echter met onze neus in de boter. Al snel mag een prachtige 49er op de foto.

Als ik de vis terug zet en nog aan het nagenieten ben hoor ik Niels roepen. Op vrijwel dezelfde stek waar mijn baars vandaan kwam nog een aanbeet! Ik bedenk mij geen seconde en werp mijn shad direct dezelfde kant op. Slechts een paar keer hoef ik de shad op te tikken of het is alweer raak!

Zo staan we beide een dikke baars te drillen, prachtig! Allebei even lang als de eerste vis en ze zijn moddervet. Zeker de baars van Niels zal tegen de drie kilo wegen, een nieuw pr voor hem!

NIels met zijn PR!

Ondiepe plateau’s, kribben of steenstort, havens en doorgangen naar plassen, het zijn allemaal aantrekkelijke plekken voor de baarzen om zich op te houden. Meestal bevis ik de (oever)zone van een halve meter tot zo’n vijf meter diepte.

Om mijn kansen wat te vergroten gebruik ik ook vaak een steunhengel. Een zachte hengel, zodat de vis niet gelijk teveel weerstand voelt bij een aanbeet. Afhankelijk van de soort stek en wat ik verwacht, snoekbaars of baars, wordt hier de soort shad op uitgekozen.

Is er erg veel diepteverloop, dan een wat grotere shad of fin-s en verder van de bodem af. Want ik wil niet de hele tijd bezig zijn met een aasje wat vastloopt op de bodem. Deze is gericht op actieve snoekbaars.

Wil ik kans maken op baars en snoekbaars dan monteer ik een 10cm shad met 14 tot 18 grams loodkop. Liefst met een flinke schoepstaart, zoals een Kopyto of Saltshaker. Deze vis ik op 20 tot 50cm van de bodem af. De grootte van de shad is dus afhankelijk van waar ik mijn aandacht op richt.

Op klein aas kun je alles verwachten, met groter aas vis je meer selectief. Toch zegt dit niet alles, ik ving al baars op fors kunstaas bedoeld voor snoek. Andersom kan ook, mijn pr snoekbaars ving ik op een shadje van 8cm…

Bijvangsten als deze zijn altijd welkom!

Materiaalkeuze

Op dit soort wateren is de kans op (grote) snoek en snoekbaars dusdanig aanwezig dat ik toch een redelijke kans wil maken om deze dan ook daadwerkelijk te landen! Dat is ook de reden waarom ik niet te dun vis. Natuurlijk, een dunne fluorcarbon onderlijn is minder zichtbaar en de actie van het aas zal wat beter zijn. Toch merk ik amper verschil qua aanbeten.

Ik bouw liever wat meer zekerheid in en vis met 30/00 tot 37/00 fluorcarbon. Voor de dropshot en Carolina rig de lichtere lijnen. Bij een actief geviste shad is het risico op snoek het grootst en daarmee vis ik het zwaarst. Gelukkig zit de haak meestal mooi in het scharnier en is er weinig kans op doorschuren. Maar soms merk ik tijdens het onthaken dat de lijn toch wat beschadigd is, ook bij snoekbaars!

Als hoofdlijn gebruik ik 16/00 J-braid, een mooie, gladde lijn die lekker werpt. Liefst in een goed zichtbare kleur, zodat deze ook goed te volgen is bij weinig licht. Je hebt geen superdunne lijn nodig zoals voor het verticalen op dieper water. Belangrijk is dat je genoeg druk kunt zetten, zodat de dril niet veel langer duurt dan noodzakelijk en eventueel schadelijk voor de vis.

Er zijn ontelbare soorten shads, tubes, kreeftjes en creature baits op de markt, gebruik is naar eigen inzicht, maar vertrouwen is het belangrijkste! Elke vijf minuten wisselen is natuurlijk niet verstandig. Vis in eerste instantie met het aas waar je het meeste vertrouwen in hebt, ga pas wisselen als actie te lang uitblijft of de situatie daar om vraagt.

Met deze collectie kun je overal aan de slag!

Welke kleur je gebruikt is ook een discussie op zich. Over het algemeen gebruik ik natuurlijke kleuren bij helder water en een felle kleur als het water wat troebel is. Maar ik heb al meermaals meegemaakt dat een felgekleurde shad goed vis ving in kraakhelder water.

Wat de vis erin ziet is een raadsel, maar als het werkt hoor je mij niet klagen. Dus als de visserij moeilijk is, probeer gewoon eens wat anders dan je standaardkeuzes!

Is het water wat gekleurd, wat je meestal ziet bij de doorgang van de plas naar de rivier, dan gebruik ik chartreuse of een combinatie van geel-oranje. Maar een ratelplugje of drie tot vijf meter diep lopende plugjes (met ratel) zijn dan ook een goede optie.

Als de gehele plas erg troebel is en echt te weinig doorzicht heeft dan verkas ik liever naar een ander water. Als de rivieren flink stromen, en stijgen, dan is de kans hierop groot. Alternatieven zijn dan de plassen die niet aangesloten zitten op een rivier.

Die ene keer

Soms is het niet één techniek die goed werkt, maar moet je even puzzelen om de code te kraken. Zo ook een sessie op relatief nieuw water. Slechts eenmaal eerder was ik er geweest met Niels, het was flink zoeken, maar uiteindelijk wel een mooie baars en wat snoek en snoekbaars gevangen. De stekken die we gevonden hadden beloofden echter wat voor later in het seizoen!

Vol vertrouwen peddel ik naar het desbetreffende gebied. Er bevinden zich wat ondiepere zones iets verder uit de kant, op een stek staat slechts één meter water! Het is lastig oriënteren, zo wat verder uit de kant, en ik start met een shadje het bodemverloop te verkennen.

Al snel heb ik de eerste ondiepte gevonden en krijg ik een droge tik op mijn top! Dat blijft een heerlijk gevoel, zo niet verslavend! De haak wordt gezet en als er een dikke baars in het kraakheldere water boven komt, verschijnt er een glimlach op mijn gezicht.

Dit is waar je al die moeite voor doet. Eén van de mooiste vissen van de Nederlandse wateren mag kort poseren voor de camera. Even versuft, maar dan gaat de imposante rugvin omhoog en verdwijnt hij snel uit het zicht.

Prachtig aangezicht!

Na dit snelle succes merk ik dat de shad meestal niet voldoende “zweefmoment” heeft. Iets wat cruciaal is voor een goed resultaat. Zelfs na wisselen met een vijf grams loodkopje lukt dit niet en ik besluit over te schakelen op de Carolina rig. Ondertussen weet ik de ondiepte goed te vinden en sleep de kreeftimitatie met korte rukjes over de steenstort.

De gezette haak, verborgen in de shad, werkt perfect en vastzitten is verleden tijd. Wat een verschil met de eerder geviste loodkop! Het verschil tussen steentjes of mosselen en een aanbeet is duidelijk te voelen in de gevoelige hengeltop.

Een paar worpen later wat kleine tikjes. Ik moet me beheersen om niet direct aan te slaan, want zo had ik al eens meerdere aanbeten verprutst. Dit keer lukt het wel en hevig tegenstribbelend mag ik de tweede midveertiger baars verwelkomen. Duidelijk te merken dat we verder in het seizoen zitten, want de baarzen zijn aardig op gewicht.

Goed rond, mooi op gewicht!

Hierna krijg ik nog wel wat aanbeten, maar geen ervan zet goed door. Tijd om weer wat te veranderen. Ik wissel nogmaals van hengel en monteer een dropshot onderlijntje. Met deze methode kan je lang in de “strike zone” blijven en vastlopen is ook vrijwel nihil.

Ik prik een 8cm lange Kopyto op de haak en vis deze met gevoel over de hotspot. Eén haaltje en dan laat ik het loodje even op de bodem staan. De shad kan zo vrijwel zonder weerstand naar binnen worden gewerkt. Deze verandering blijkt een gouden zet!

Het uitbundige staartje van de Kopyto werkt erg aanstekelijk onder water, want de aanbeten blijven maar komen! De één knalt er nog harder op dan de ander. Op een baars na zijn het echter allemaal snoekbaarzen. Ze geven goed strijd op het lichte materiaal. De baarzen laten zich verder niet meer zien, maar met een drietal baarzen tot de magische vijftig centimeter mag ik zeker geen klagen.

Vooral onbekend water kan lastig te kraken te zijn en sessies met weinig of geen aanbeten zullen voor komen. Tel daarbij op de soms moeilijke weersomstandigheden, wind, regen of zelfs sneeuw! Dat vereist doorzettingsvermogen. Maar als je uiteindelijk de beloning in je handen hebt in de vorm van een ijskoude, kogelronde baars dan weet je waar je het voor doet!

Met 3 baarzen tot de magische 50 cm mag ik niett klagen!

Extra

Typische winterstekken zijn ondiepe platen rondom dieper water. Uitlopers van 1 tot 3 meter diepte zijn top, vooral als er ook nog mossels aanwezig zijn! Bovenop of rond deze plateau’s zijn ze vaak te vinden.

De waterkleur, weersomstandigheden en tijd van de dag bepalen waar precies. Is het echt kraakhelder dan zullen ze niet snel op een metertje diepte liggen, maar zodra de lichtintensiteit afneemt is het weer totaal anders. Dus dezelfde stek die eerder niets opleverde kan bij zwaar bewolkt weer of het laatste uurtje van de dag wel ineens succes opleveren!

Havens, in de winter vaak afgeladen met witvis, dus interessant voor roofvis. Vaak eentonig qua diepteverloop, maar er zijn genoeg stekken voor de baarzen om de aasvis te belagen. De doorgang van de haven wordt nooit overgeslagen, evenals de buitenkant.

Hier ligt vaak steenstort en een mooi aflopend talud. In de haven zelf worden de vele boten afgevist, probeer er zo dicht mogelijk langs te vissen, ze te verleiden om onder het bootje vandaan te komen! Vooral de dropshot kan erg effectief zijn, op die manier kan je lang in de strike-zone blijven.

Kribben, op de rivier of een oude rivierbedding op de plas zijn ook topstekken. De bodem is er keihard en vrijwel altijd groeien er mosselen op. Er omheen vaak kale vlaktes en dus de hotspot voor baars.

Uiteraard het beste vanaf de diepe kant te bevissen (boot, bellyboot). Werpen op het ondiepe en talud afvissend, kijken waar ze zich ophouden. Nog een tip, zet ze niet te dicht bij de vangplaats terug, vaak liggen er meerdere baarzen en een stek is gauw verstoord door de “gealarmeerde” baars.

Mijn top drie voor baars in de winter:
Zonder twijfel op één de 5cm lange Kopyto in goud-zwart. Natuurlijke kleur, omdat er meestal in helder water gevist wordt en een erg uitbundige staartactie. Standaard vis ik deze met een 7 grams loodkop, maar werkt ook prima op de dropshot. Is het water licht verkleurd of vis ik wat dieper dan gebruik ik soms ook wat fellere kleuren.

De Sizmic toad jr op nummer twee, perfect te vissen over obstakelrijke bodems met de haak bovenop en stabiele zwemactie. Komt veel minder vaak vast te zitten dan een standaard shad. Imiteert in de oranje-bruine kleur een kreeftje, welke hoog staat op het menu van de baars.

Creature baits zijn er in talloze variaties, maten en kleuren en staan daarom op drie. Meestal gevist op de Carolina rig, maar ze zijn ook op een loodkop te vissen. Als de baars niet zo actief is erg dodelijk door de trage visserij!

De winterkou trotseren met een 50er!

Over de auteur

André De Wit

Reageer

Klik hier om een reactie te plaatsen