Home » Maart roert haar karperstaart
Karper

Maart roert haar karperstaart

Zeker nu de dagen lengen, begint het bij de meeste karpervissers al aardig te kriebelen. Misschien niet eens zo gek aangezien 1 maart (weer of geen weer) meteorologisch gezien het lenteseizoen start. Nu de beurzen achter de rug zijn en de roofvissen even op adem mogen komen betekent dit vaak hét startschot voor een nieuw karperseizoen voor de meeste onder ons! Maar toch; vang je zo’n (vroege) voorjaarskarper dan voelt deze maar al te vaak nog als een ijsklomp aan. Toch zijn er stekjes waar het verschil in watertemperatuur opmerkelijk is. Dat verschil heeft altijd een secundaire reden. Later meer hierover.

Maart + zon = kassa.

Vis actief

Zo aan het begin van het seizoen vind ik het zelf wel lekker om licht bepakt op pad te gaan. Dat struinsetje staat eigenlijk altijd wel klaar in de hoek van de schuur. Je bent dus zo weg. Gewoon even een paar uur naar je favoriete (sier)water met de kans op je eerste karper van het jaar blijft leuk. Met wat geluk is de vis actief, waar is vaak nog wat zoeken, dus vis dan ook actief! Bij voorkeur pak ik de fiets, je hopt dan net wat sneller van stek naar stek, net zolang je ergens activiteit waarneemt. Zelf kies ik als dat kan voor de mooie dagen. Het is niet alleen voor mezelf prettiger vertoeven in het voorjaarszonnetje, alles oogt mooier, de natuur ontwaakt, de karpers hebben juist dan het voorjaar in de bol. Toch zijn ze, door de toenemende lichtintensiteit, ook op de wat mindere dagen al veel beter te vangen dan de maanden daarvoor. Ze hebben gewoon honger, er moet aangesterkt (gevreten) worden om straks de paaitijd door te komen.
 

Stofwolken verraadde deze vis.
Sven vangt de zoveelste penvis.

Blijf alert!

Hou de omgeving van het water constant in de gaten. Juist nu! Zet een polaroidbril op je neus en let dan op stofwolken, belletjes en bewegend riet. Verder zie je ze nu vaak springen en over de bodem schuren. Ze proberen zich zo te ontdoen van hun eigen ‘wintergasten’ (parasitaire bloedzuigers en wormen), welke zich vroeg in het seizoen vaak nog massaal op de huid bevinden.

‘Zet een polaroidbril op je neus.’

Het ziet er vrolijk uit dat gebuitel maar het heeft dus wel een functie; weg met die jeuk! Een geoefend oog hoef je voor die die ‘vliegende karpers’ trouwens niet perse te hebben, dat horen en zien we met gemak. Het schuren en rollen over de bodem zullen we wat meer oog voor moeten hebben. Let op plotseling ontstaan van vlakke plekken tussen golven, uit deinende kolken en stofwolken net onder het oppervlakte van het water. Blijft dus alert!
 

Met 22/00 mono lijntje.

Meet de watertemperatuur

Een tip die ik mee wil geven; schaf een thermometer aan, of vergeet deze in ieder geval niet mee te nemen! Met name in het voor- en najaar is dit item eigenlijk onmisbaar in je vistas. Zeker niet als je van plan bent stiekem van te voren wat voerplekken aan te leggen. Met de info van je thermometer kun je anticiperen op de situatie en voorkomen dat je te veel (voor)voert en de karper hierdoor verzadigd. Zeker wanneer je geen idee hebt van de watertemperatuur voer je snel te veel. Verder geeft zo’n thermometer je – als struiner – een goed beeld welke oevers of welke stekken de hoogste watertemperatuur opgeeft. Dat is gouden info! Dit kan het verschil zijn tussen vangen of visloos huiswaarts gaan. Met name op de (ondiepe) oevers waar de zon het langste op heeft staan schijnen zijn meestal wel topstekjes te vinden.

Typische voorjaarsstek.

Zie het van de zonnige kant

De middag en vroege avond zijn toch wel het beste moment om even te vissen. Dit omdat de zon dan de meeste uren heeft kunnen maken en er een duidelijk verschil optreed qua watertemperatuur op de kant waar die zon de hele dag op heeft staan schijnen (o.a. noordzijde).

‘De middag en vroege avond zijn meestal de beste momenten.’

Vind je bijvoorbeeld op die zon-oever rust én een rietkraag, dan zit je vaak al prima. Waar ik zelf ook graag ga zitten is een ondiepe zijsloot van een vaart, of een afwaterringspijp welke uit de weiland water loost in een viswater, dat water uit dat slootje wordt als het ware opgewarmd door de zon.

Het loont vaak om in de avond even door te vissen.

Ezelsbruggetje; met het gezicht in de zon zit je sowieso te allen tijde óp de zonkant. Bijkomend (struin)voordeel; je eigen schaduw valt zo nooit over het water waardoor je een eventuele onopgemerkte karper niet laat schrikken. Want ze komen juist in deze periodes vlak bij de (zon)kant, daar waar nu het meeste te bikken valt omdat de watertemperatuur daar snel stijgt en er natuurlijk voedsel te vinden is.

Qua zon zit je hier goed.

Kortom: Bekijk het dus van of op de zonnige kant. Een zonnetje icm amper wind en dat je het verschil (duidelijk) merkt of je in de schaduw zit of juist in de zon, dat zijn de betere dagen op die zon beschenen oevers. Precies dát merkt onze gevinde vriend juist ook!

Vis eenvoudig

Qua aas moet je niet moeilijk doen; wormen, blikmaïs, witbrood en kattenvoer zijn bij uitstek voorjaarsvoertjes. Hiermee kun je áltijd uit de voeten en levert mij elk jaar mijn eerste vissen van het seizoen op.

Topcombi,: kattenvoer en blikmaïs.
Mestpiertjes: Onweerstaanbaar!

Mooi mixje van particles.

Lekker licht bepakt

Qua materiaal kun je het beste licht uit de voeten, en dat bedoel ik tweeledig; een penhengel, tasje, schepnet en onthaakmat is qua materiaal genoeg om mee te nemen. Verder bedoel ik met ‘licht’ dat je niet met je afstandstok en bigpit – voorzien van 40/00 mono – gaat zitten penvissen natuurlijk. De struinbeleving is dan ver te zoeken!

‘Een penhengel, tasje, schepnet en onthaakmat.’

Gebruik een stok van pak ‘m beet 1,5lbs tot 2lbs met een hoofdlijn van 22/00 tot 30/00, naar gelang je stekkeuze. In de buurt van paaltjes en takken, daar waar je hengel dus even flink krom moet ga je natuurlijk niet met 22/00 zitten vissen. Het mooiste is dan ook om meerdere struinhengels te hebben, de één ultralicht opgetuigd tbv obstakelvrije stekken (voor 1,5-1,75lbs / 22-26/00) en de andere wat zwaarder (2lbs / 28/00+ mono) voor het betere drilwerk nabij obstakels.

Prachtige bijvangst.

Wanneer je lekker licht gaat penvissen in deze periode is het alleen maar leuk wanneer je beet krijgt en gewoon vis vangt in mijn beleving. Op licht materiaal heb je best nog een mooie dril aan een flinke brasem en met een dikke zeelt is het helemaal genieten. Bij mij zijn ze in ieder geval welkom. Mijn penstekje gaat even overhoop en is verstoord, wat geen ramp is, want 100 meter verder heb ik ook wat gevoerd een uur eerder. Nieuwe ronde, nieuwe (karper)kansen!

Raymond Hakkert

Over de auteur

Raymond Hakkert

Reageer

Klik hier om een reactie te plaatsen