Maarten Groeneveld is een karpervisser in hart en nieren, er zijn amper momenten dat deze rasvisser niet aan karper denkt. Maarten is bereidt gevonden een schitterende reeks voor ons met de pen neer te zetten. Only Fishing ging met hem in gesprek, het relaas van Groeneveld is onderstaand te lezen. Lees, leer en geniet van deze uitgebreide grootwater-reeks over het vissen op karper op XXL-water, zoals Maarten het zelf graag benoemt.
De charme van groot water
Waarom zou ik willen vissen op een water dat zo groot is? Een vraag welke ik regelmatig gesteld krijg en mezelf ook wel eens afvraag… Wel, de omgeving alleen al is adembenemend. Het wateroppervlak beslaat maar liefst 39 vierkante kilometer, volledig gevormd door moeder natuur, zonder menselijk ingrijpen. Elk knikje en elk richeltje is natuurlijk ontstaan. Voor mij vormt dit een echte uitdaging en de ultieme visserij. Ik houd ervan dat er vissen zwemmen die geen naam hebben, in combinatie met de strijd tegen de weersinvloeden. Dit maakt het een extreem avontuur dat ik graag aanga. Lijkt het jou nu ook geweldig? Dan zul je jouw uitrusting moeten aanpassen. Denk aan een grote boot en een buitenboordmotor, en vergeet niet dat er extra materialen nodig zullen zijn. Alles is net iets ruiger, niet alleen de golven, maar ook de lange afstanden waarop je vist, 300 meter of meer is geen uitzondering.
Locatiekeuze en voorbereiding
Waar ga je vissen?
Als eerste kijk ik op Google; daar kun je goed zien wat de ondiepe zones zijn en hoe je bij het water kunt komen. Vervolgens zoek ik op internet naar de weergeschiedenis van de periode waarin ik wil gaan. Dit geeft een indicatie van waar de wind meestal vandaan komt. Als laatste zoek ik een dieptekaart op; voor de meeste grote wateren staat die online. Als je al deze voorbereidingen treft, is het voordeel eenmaal daar erg groot: je verspilt minder tijd met het zoeken naar interessante stekken.
Wanneer ga je vissen?
Het voorjaar is een leuke periode om te beginnen, het weer wordt mooier, de blaadjes aan de bomen zijn groen, en de vogels bouwen hun nestjes. In het water is alles net iets anders en voor ons vissers is het voorjaar een erg wisselvallige tijd; je weet nooit hoe je de vissen zult aantreffen. Ben je te vroeg, dan eten ze nog niet veel en zoeken ze de ondiepe stukken op. Ben je laat in het voorjaar, dan kunnen ze zomaar in de paai zitten, wat het vissen bemoeilijkt.
De zomer is vaak de fijnste tijd om te gaan; het weer is meestal prachtig en het is goed vertoeven aan de waterkant. Er heerst een misvatting dat de zomer niet goed is voor vissen omdat het te warm zou zijn en er te veel natuurlijk voedsel beschikbaar is. Ik ben het daar niet helemaal mee eens. Ja, het klopt deels, maar de vissen zijn ook actiever en hun stofwisseling versnelt, wat betekent dat ze meer moeten eten. De nadelen en voordelen heffen elkaar op, en mijn ervaringen in de zomer zijn overwegend positief geweest, ondanks de drukte van andere watersporters en zwemmers.
Het najaar beschouw ik als de beste periode om naar het grote water te gaan, hoewel dit seizoen zijn eigen risico’s met zich meebrengt. Onvoorspelbaar weer met windkracht drie kan voor grote golven zorgen, wat alles extra lastig en gevaarlijk maakt. Echter, het najaar is fantastisch; de vissen zijn zeer actief en de aantallen gevangen karpers kunnen hoog zijn. Met een goede wind die tegen de kant aan blaast, is het ideaal om te voeren en je zult zeker succes hebben. Het kan zelfs uitlopen op een zeer productieve visdag.
Safety first!
Veiligheid is een cruciale factor, zeker op grote wateren. Draag altijd een reddingsvest en onderschat de risico’s niet. Je kunt gemakkelijk overboord slaan, en dan is het zwemmen geblazen; 300 tot 400 meter terug naar de kant met golven is een bijna onmogelijke opgave. Kies ook voor een stabiele boot van minimaal drie meter met een harde bodem, wat zorgt voor een betere ligging in het water en minder kans op ongelukken. Een betrouwbare benzinemotor van 8 pk is essentieel om de golven te kunnen trotseren. Een motor van 4 pk kan ook, maar met 8 pk verloopt alles net wat makkelijker. Ik heb zelf zowel een 8 pk als een 4 pk motor; de laatste dient als reserve. Mocht er een motor kapot gaan, dan kun je altijd wisselen. Roeien in dit soort wateren is geen optie.
We leggen de boot vast met twee ankers om alles stabiel te houden en plaatsen de boot met de neus in de wind. Denk niet dat je zomaar twee banksticks in de bodem kunt drukken; dat werkt niet! Het plaatsen van een vast lampje onder de hengels is een van de beste dingen die ik heb gedaan. Deze lampjes gaan ’s nachts automatisch aan en ’s ochtends weer uit. Zo hoef je daar nooit over na te denken en is er altijd licht beschikbaar om terug te varen. Stel je voor dat je ’s nachts honderden meters van de kant aan het drillen bent en niet meer weet welke kant je op moet, vooral als er mist is. Met verlichting kun je dit probleem effectief oplossen.
Maarten Groeneveld
Link naar deel 2 en 3:
Reageer