Het is alweer een poos geleden dat ik wat geschreven heb over karper en mijn afstand tot de media is groter dan ooit! Een bewuste keuze. De pijp was leeg, de motivatie om nog langer tijd te besteden aan dergelijke bijdrage was ver te zoeken. Evenals nieuwe uitdagingen om karpers na te jagen. Na 20 jaar jagen op onze krachtpatser was het tijd voor een soort van ‘sabbatical’. Het een en ander relativeren en nadenken wat voor ’n vervolg ik wil geven aan de jaren die komen gaan. Een periode niet voeren, weinig vissen, gewoon even niet zoveel aan vissen denken. Ik neem jullie mee naar één van mijn laatste echte Nederlandse avonturen wat later een voorbode bleek voor verzadiging en teleurstelling na jarenlang intensief karpervissen.
De vliegbasis
Het is Zondagmiddag, ik rijd langs een militair terrein in het Brabantse landschap. Na het lezen van een artikel herken ik een van de foto’s en begint de zoektocht naar een mysterieus water met plaatjes van vissen. De visser in kwestie hierna te noemen Joris is een bekende van mijn toenmalige vismaat. Hierna te noemen ‘vismaat’ De gevangen vissen hebben de kindernamen gekregen van Joris en spreken tot mijn verbeelding. Het zijn stuk voor stuk prachtige vissen zoals je ze niet snel in Nederland vindt. Allemaal met een eigen identiteit. Ik stop langs het hek van een vliegbasis. De Nederlandse luchtmacht. Vanaf hier heb ik zicht op opstijgende straaljagers. Het is een bekend terrein voor mij. Voor mijn werk heb ik hier meermaals gewerkt en ik ben nog steeds geautoriseerd om het terrein te betreden. Wanneer ik een stukje verder rijd ontdek ik precies het stukje hek wat ik in het artikel van de visser in kwestie heb zien staan. Ik wordt enthousiast en kan het bijna niet geloven dat op dit terrein een water ligt met zoveel mooie vissen. Op het hek zitten plaatjes die aangeven dat het terrein 24/7 bewaakt wordt. Logisch, het is een terrein van defensie. Witte plaatjes met een herdershond erop. Ik besluit terug naar huis te rijden en neem het artikel nog eens voor me en loop het nogmaals aandachtig door.
Vraagtekens
Bij het nalezen van het artikel kan ik het bijna niet geloven. Joris liep honderden meters, kroop onder het hek door en moest zich verstoppen voor militairen die regelmatig langs kwamen ‘gemarcheerd’. Zou Joris zo gek zijn geweest om dergelijke risico’s aan te gaan met alle gevolgen van dien? Ik raadpleeg google en vind een plattegrond van de basis. Er ligt inderdaad een watertje op. In theorie zou het kunnen. Ik laat het voorlopig voor wat het is en overweeg te accepteren dat dit voor mij net even een stapje te ver gaat.
Verder onderzoek
Een aantal weken later speelt het weer door mijn hoofd, onderweg mijn auto. Ik kom van een klant voor mijn werk en zie dat de vliegbasis op de route ligt. Ik besluit opzoek te gaan naar mijn pasje in mijn dashboardkastje. Het pasje dat zorgt voor toegang tot het terrein. Ik gebruik het al een tijdje niet meer en het is al een hele poos geleden dat ik op het terrein ben geweest. Ik besluit naar de vliegbasis te rijden, het pasje in te leveren en stiekem een kijkje te nemen bij het water. Ik ben toch wel erg nieuwsgierig.
Nu ik toch legaal toegang heb, ben ik in de gelegenheid om een bezoekje te brengen. Al zou het water op deze wijze bereikbaar zijn, dan nog ben ik in overtreding wanneer ik zonder toestemming zou gaan vissen. Gezien mijn verantwoordelijkheid binnen de organisatie waar ik werk kan ik dat gewoonweg niet veroorloven. Eenmaal voor de slagboom van de vliegbasis vraagt een vriendelijke militair wat ik kom doen. Ik vertel ‘m een rondje te willen maken om vervolgens mijn pasje in te leveren omdat ik deze al een tijdje in mijn bezit heb en niet meer gebruik. De man wijst mij voor alle duidelijkheid nog eens de weg en ik mag door. Ik volg de weg op het terrein die ik mag volgen en volg alle instructies op. Het is druk op het terrein en diverse straaljagers staan stationair op de baan om op te stijgen. Wat is het toch een ongekend en vooral imponerende machine.
De F-16 machines komen laag over de auto gevlogen en de adrenaline stroomt door mijn bloed. Ik stop langs de weg vlakbij het water en wordt nieuwsgierig. Ik stap uit de auto om een kijkje te nemen. Ik tref het water aan maar het betreft een ondiep moeras. Sommige delen liggen zelfs droog. Ik frons mijn wenkbrauwen en loop enigszins verbouwereerd terug naar de auto. Ik lever vervolgens mijn pasje in en vraag de man aan de balie waarvoor het water op het terrein dient. Volgens de man gaat het om bluswater. Dit vind ik een logische verklaring en zeg de man gedag en verlaat met de auto het terrein.
Ontmaskeren
Zo volhardend als ik ben vraag ik mijn vismaat om Joris nog eens aan de tand te voelen. Er komt niet veel los maar één ding is zeker; het water ligt niet op de vliegbasis! Maar waar dan? De weken die dan volgen geven regelmatig de gelegenheid om Joris aan de tand te voelen. Uiteindelijk lijkt het te knagen aan zijn geweten en ontvangen we wat aanvullende tips. We zoeken daarom dichterbij zijn woonplaats en lijken dichterbij ons doel te komen. We proberen de tips te koppelen aan het artikel van Joris en houden toch vast aan een aantal details uit zijn artikel. Het vinden van het water is een uitdaging opzicht maar we houden rekening met het feit dat het daadwerkelijk vangen van vissen ook nog een uitdaging gaat worden als we zijn verhaal moeten geloven.
Tot het bittere eind
Alle wateren binnen de desbetreffende regio worden afgereden. Opslagplaatsen voor munitie, wegen met een stopverbod en bunkers waren dit keer ons doelwit. Helaas leverde een aantal dagen zoeken via Google weinig tot niets op en daaropvolgend rijden we diverse locaties af. Uiteindelijk slagen we erin en lijken we aan het juiste water te staan. Wanneer we uiteindelijk het mysterie denken ontrafelt te hebben stuiten we tegen nieuwe problemen. Het blijkt inderdaad om een gebied te gaan waar je niet met een voertuig mag stoppen en parkeren niet is toegestaan. Vissen is er haast onmogelijk, zelfs gevaarlijk. Het ligt direct aan een weg met aan weerszijde één meter groenstrook. Auto’s razen met gemak met 80 km per uur over deze weg. Aan de andere kant van het water ligt een terrein met bunkers. Wanneer we aan een aangrenzende bewoner vragen of het hier gaat om een opslagplaats voor munitie dan wordt onze vraag positief beantwoordt. Het wordt al een tijdje niet meer gebruikt maar er vinden nog wel wat activiteiten plaats waardoor het terrein niet toegankelijk is.
Er mag niet gevist worden en de borden aan de overzijde van het water duiden dit consequent om de 50 meter aan. Een dierenactiviste die met haar hond langs het water loopt bevestigd dit nog maar eens met de woorden; laten jullie de vissen hier met rust? Je mag hier niet vissen! Haar intuïtie laat haar duidelijk niet in steek, terwijl wij knikkend in onze groene kledij antwoorden; Natuurlijk, wij komen alleen maar kijken mevrouw. Ze wrijft het er nog maar eens in door het nog een keer te herhalen en vertelt ons; ‘De terreinwachter aan de andere zijde van het water, de bewoners van het huis hier achter ons en ik houden alles in de gaten!’ We maken een rondje om het water en bespreken onze mogelijkheden om er te gaan vissen.
Onze karakters zijn van dien aard dat het doel alle middelen mag heiligen. Zo werd de eerste visnacht een feit en kozen we op dat moment voor de meest veilige stek aan het water. Daar waar de groenstrook net iets breder is en niet bij ieder voorbijkomende auto de vouwen uit de slaapzak worden gereden. Het is eind Maart en de nachten zijn nog bijzonder koud. 3 nachten lang vangen we niets en besluiten 100 meter op te schuiven. We zitten vervolgens in een bocht en diverse bestuurders van auto’s racen voorbij. Iedere voorbijkomende auto jaagt mij de stuipen op het lijf. Wat als een auto uit de bocht vliegt? De hengels staan zo’n 50 mtr. van de plek waar we verblijven. Ook hier op een stukje groen waar auto’s werkelijk 1 mtr. van de hengels langsrijden. We kunnen zo hierdoor wat specifieke hoekjes van het water bevissen.
Meer dan eens vraag ik mezelf af wat bestuurders niet zouden denken bij het zien van de hengels . Het moet rond 5:00 geweest zijn wanneer een van onze optonics zich laat horen, net voor het ochtendlicht. Een harde streep. Met een bonzend hart springen we allebei uit onze slaapzak en rennen richting de waterkant over de weg, zonder rekening te houden met voorbijkomende auto’s. De hengel staat krom en de vis is zowat de hoek om richting de ondiepe kom. Even later vang ik een schubje van een kilo of 6. We komen vervolgens niet meer in slaap en proberen door het artikel te scrollen van Joris. De vis is niet te vinden. Huh, hier zaten toch alleen maar mooie bakken?
Bestemming bereikt?
Precies één week later arriveren we wederom aan het water. We besluiten nog een nachtje in de bocht te maken. We varen onze hengels d.m.v. een voerbootje uit. We hebben ditmaal goed gevoerd. Iedere dag behoorlijk wat kilometers gemaakt om de stekjes te voorzien van boilies. We slapen wederom onrustig gedurende de nacht en worden met regelmaat gewekt door auto’s met felle koplampen. Bij het eerste ochtendlicht vangen we kort na elkaar 2 beeldschone vissen.
Het zijn twee spiegels waarvan één van groter kaliber. Meteen vergelijken we de vissen met de vissen uit het artikel van Joris. Raak! Yes, dit is het water! Dit is 100% zeker het water waar we moeten zijn, roep ik. Dolgelukkig ruimen we onze materialen op voordat de dag echt begint en gaan na het schieten van wat foto’s aan het werk. De dagen die dan volgen lijken weken te duren en iedere dag voeren we ruimschoots een aantal kilo’s boilies. Ditmaal wat verder naar het ondiepe deel van het water. De vissen kwamen van de rechter set hengels en het lijkt erop dat de vissen zich op het meest moeilijk toe gangbare zijde van het water bevinden. Hiervoor zullen we wat moeten opschuiven en het risico moeten nemen gevaarlijk dicht bij de weg te gaan zitten. De groenstrook is hier bizar smal. Het water staat nu al vol met wier. Met name resten van wier dat niet voldoende afgebroken is tijdens de winter en nieuwe sliertjes zien we kort aan de kant al opkomen. We weten dat het water niet erg lang te bevissen zal zijn en tijdens het voorjaar snel dicht zal groeien met wier.
Een weekje later staan we weer aan het water. De dagen worden langer en de temperatuur van het water begint te stijgen. We arriveren wederom voor het donker en zitten er gespannen bij. We zitten vol in het zicht en auto’s razen langs onze paraplu’s. Bij iedere aanbeet zullen we over de weg moeten sprinten en bovendien op diezelfde weg de vissen moeten drillen. Heel erg relaxt is het niet maar de drang naar het vangen van deze vissen is groot. Dat zit nu eenmaal in het instinct van een visser en zeker wanneer het gaat om mooie karpers. De eerste aanbeet volgt vroeg in de avond en we vangen meerdere vissen van bovengemiddeld formaat. We beseffen dat we vissen op een uniek bestand aan vissen die buiten Joris nog niet (vaak) gevangen zijn. Het is opmerkelijk dat onze dierenactiviste en andere omwonende niet (meer) langs zijn geweest. We zitten op hete kolen omdat het goud voor handen ligt maar de controlekans groter wordt. De nachten worden immers steeds korter en de kans dat men ons ziet tijdens de vroege ochtend wordt als maar groter.
Deze nacht ziet er goed uit. Alle goede omstandigheden moeten haast wel zorgen voor goede kans op aanbeten. Prima (water) temperatuur en een goede wind uit het zuiden. Diverse unieke exemplaren passeren deze nacht de revue en we zijn dolgelukkig met dit succes. Bij het ochtendlicht besluiten we snel foto’s te maken en ieder met 1 hengel in het kleine ondiepe kommetje te vissen om zo min mogelijk op te vallen. Daar waar we gewoonweg geen paraplu’s kunnen plaatsen omdat het een stuk grond privé eigendom is en te klein om er fatsoenlijk te vissen met 4 hengels. De vis is compleet los en we vangen wederom een aantal schitterende exemplaren. De euforie komt bruut ten einde wanneer er ‘n klein autootje voorbij komt, stopt en het raam geopend wordt. Het is de dierenactiviste. Ze is compleet verbaasd. Wat zijn jullie in hemelsnaam aan het doen? Hierop antwoordt ik nog grappend; Dat ziet u toch? Kleiduiven schieten. Ze is not amused en verzoekt ons dringend weg te gaan en de politie te bellen. We besluiten daarop gehoor te geven en in te pakken. Het is goed.
Wegen scheiden
Een paar weken later ontstaat er een kink in de kabel tussen mij en mijn vismaat. We liggen niet meer op één lijn als het gaat om samen vissen en besluiten ieder onze eigen weg te gaan. We nemen het elkaar niet kwalijk, dat is het niet waard. De momenten waarin we beide tijd hebben wijken af en daardoor worden we noodgedwongen elkaars concurrenten. Jammer is het wel want we delen een mooie ervaring en weg naar een bijzondere karpers. Samen spelen is samen delen. Dat is helaas nu een stuk lastiger. Ik laat het resterende seizoen het water voor wat het is en wil er geen energie meer insteken nu het wier echt de overhand krijgt en het desbetreffende deel van het water praktisch niet met tweeën bevist kan worden.
Nieuw begin
Gedurende de winter houdt het water mij continue bezig. Met regelmaat rijd ik langs het water om een kijkje te nemen. Ik besef dat vissen in mijn eentje aan dit water niet zo verstandig is. Ik moet gezien de situatie onnodig veel risico nemen. Dat is het mij niet waard. Dat gaat net een stap te ver. Maar hoe ga ik dan die laatste paar vissen vangen die ik zelf nog niet heb kunnen vangen? Ik bedenk een plan om op het privé terrein te komen. Dit moet met enige zorgvuldigheid gebeuren zodat ik niet gezien wordt. Ik begin met vissen op het juiste moment qua weertype en omstandigheden dit voorjaar om zo mijn kans op succes groter te maken. Uiteindelijk vind ik een manier om alle omwonende te omzeilen en het water te benaderen zonder dat ook onze dierenactiviste mij voorbij ziet komen.
Een behoorlijk stuk lopen omdat de auto buiten het gebied geparkeerd dient te worden. Ik weet achter het hek te komen en loop voorzichtig met mijn kar langs oude bunkers. Met enige spanning in het lijf arriveer ik bij het water en parkeer mijn kar langs een van de hekken. Ik bouw mijn materialen op en vaar met mijn voerbootje de rigjes naar de juiste stekken. Ik zit hier geweldig maar ben opnieuw enigszins gespannen. Ik zit er wel comfortabeler bij en bovendien een stuk veiliger. Ik heb wederom het nodige voerwerk getroffen en merk op dat er gewerkt is in en aan het water. Er is behoorlijk gesnoeid en er liggen veel takken in het water. De oevers zijn hier en daar flink verkracht . Hier ben ik niet blij mee maar verbind er nog geen conclusie aan. Ik vis gedurende de weken meer dan bovengemiddeld aantal visloze nachten. Het wordt warmer en het wier groeit in een raptempo. Ik baal er enorm van en besluit het nog enkele nachten te geven voordat het wier het vissen haast onmogelijk maakt. Tijdens de zomermaanden zit het water volledig tot aan het wateroppervlakte vol met wier. In de nachten die dan volgen vang ik twee keer dezelfde vis! Ik observeer iedere week meerdere keren het water en bespeur geen enkele karper noch beweging in het water. Dit terwijl de vissen op dit heldere water doorgaans goed te spotten zijn.
Strijdend ten onder
Ik besluit een andere stek aan te voeren en vertrek met gemengde gevoelens vanaf het water. Ik keer nog diverse keren terug naar het water en spendeer de nodige nachten om mijn doel te bereiken. Ik kan mezelf maar moeilijk motiveren terug te gaan. Tevergeefs wordt ik telkens met de neus op de feiten gedrukt met blanks. Waar zijn toch die vissen? Wanneer ik iedere ochtend pruiken met wier naar binnen trek en wederom met alle risico van het terrein probeer te komen besluit ik er een punt achter te zetten. Het gaat tenslotte om een paar vissen waarvan ik niet meer zeker ben of ze allemaal nog daadwerkelijk hun rondjes zwemmen. Wat is er gebeurd voor, tijdens en na de werkzaamheden aan en in het water? Heeft iemand ons gezien en gedurende eerste weken van het jaar de vissen weggenomen? Ik geef het een plek en rijd voor de laatste keer van het water naar huis. Het bunkerwater loopt gedurende de maanden die dan volgen als een rode draad door mijn seizoen en ik besef dat ik een beetje te ver ben gegaan om dit doel te complementeren. Ik besluit zelfs het seizoen verder te laten voor wat het is en de boel te relativeren om vervolgens een goed vervolg aan mijn visserij te geven.
I’ll be back!
Reageer