Waarom kanaalvisserij? Voor mij is het vooral het mysterie, dat mij ontzettend intrigeert. Het niet weten wat er zwemt en wat je uit de kast moet halen om de vissen die er zwemmen over te halen om voor jouw haakaasje te gaan. Kanaalvisserij kan erg ruig zijn. Ongekende stroming en scheepsvaart zijn altijd factoren die op de loer liggen.
Circa twintig jaar geleden is deze grote liefde ontstaan. Mijn opa nam mij als jonge jongen mee naar een kanaal in de buurt. Tijdens die sessie werd het in één klap duidelijk, waar mijn vissershart lag. De zenuwen gierden door mijn lijf, toen ik voor het eerst een snoeiharde run hoorde en ik mijn eerste karper mocht drillen. De schub die ik na de drill mocht verwelkomen, was voor die tijd echt immens groot. Een prachtige vis. Op dat moment had ik nog niet door dat ik aan het begin stond van een leven vol passie voor het (kanaal)vissen. En wat ben ik daar dankbaar voor.
Memorabel
Anno 2008 belandde ik aan hetzelfde kanaal als waar ik mijn eerste kanaal karper ving. Toen er bijna nog geen sociale media waren, er geen instructie filmpjes waren, toen je alles zelf uitzocht. Dit laatste maakte het voor mij interessant. Je eigen kennis ontwikkelen, fouten maken, aanpassen en dit blijven herhalen. Je leert anticiperen op het gedrag dat de vissen laten zien. Hier werd de voldoening bij succes alleen maar groter van.
Tijden veranderen en je past je aan. Maar soms, mis ik de tijden waar alles nog relatief onbekend was. Dat je ongestoord je ding kon doen, zonder dat je je –weliswaar onbewust- in het vaarwater van een ander bevindt.
Plan de campagne
Oefening baart kunst. Jarenlang, keer op keer vertoeven aan het kanaal. Je kunt je vast voorstellen, dat je daar veel van leert. Ook iedere blank ben ik blij mee, hoe gek het ook klinkt. Je weet daardoor misschien niet wat werkt, maar je leert wel wat niet werkt. Zo dun je de mogelijkheden langzaam maar zeker uit. Soms is het puur een kwestie van de vis vinden en vervolgens verantwoord vissen. Hier tegenover staan de keren dat niets lijkt te werken. En hoewel je daar zeker van leert, wil je natuurlijk wel graag iets vangen.
Het kanaal kan ieder jaar anders zijn. Er is geen pijl op te trekken soms. De kunst is, om dit snel te herkennen en je erop aan te passen. Vissen blijven wel eens op een bepaald stuk kanaal zwemmen, dan zijn ze honkvast. Daarentegen zijn er ook vissen die soms tientallen kilometers verderop gevangen worden dan de voorgaande keer.
Om zo efficiënt mogelijk te vissen, probeer ik altijd eerst de vissen te lokaliseren. De vissen vinden is stap 1. Stap 2 is het voeren. Dit doe ik in het begin niet stevig. Zeker niet als ik de vissen heb gevonden. Mijn voorkeur ligt bij 1 á 2 dagen voeren en op de derde dag vissen. Als je niets vangt, weet je dat ze er niet meer zitten of dat ze op dat moment niet azen. Dan schuif ik een paar honderd meter op de volgende keer. Wellicht dat ze nu daar hangen. Wanneer ik wel iets heb gevangen, blijf ik een aantal dagen voeren. De hoeveelheid schroef ik op. De eerstvolgende kans die ik heb -het liefst binnen zo’n 3 dagen- waag ik opnieuw mijn kans.
Tegenwoordig zijn er allerlei hulpmiddelen om ons zoveel mogelijk uit handen te nemen. Denk bijvoorbeeld aan drones, voerboten en dieptemeters. Je kunt er niet meer omheen. Ik moet toegeven dat het allemaal heel handig is en van toegevoegde waarde kan zijn. Echter geldt voor mij, dat ik zo nu en dan graag even terugga naar de (mijn) basis. Wandelingen langs het water met een zonnebril, een hengel met een loodje om de bodem in kaart te brengen en een zakje boilies om de karpers te voorzien van wat lekkers. De omgeving volledig in je opnemen, zonder onderbroken te worden.
Locatie
De vis zal zich vaker niet laten zien dan wel. Waar begin je dan? De lokale kanalen hier zijn vrij dun bezet. Het bestand is erg klein. Je vist voor een aanbeet en niet voor de aantallen. De stek die het beste oogt, is niet altijd de beste stek om te gaan bevissen.
Wees niet bang om eens een ‘kijkje’ te nemen onder water. Laat een loodje over de bodem gaan. Is het hard? Zacht? Zijn er mossels? Zure bodem? Allemaal factoren die van invloed kunnen zijn. Doe er je voordeel mee en plof niet zomaar ergens neer. Je moeite zal vroeg of laat beloond worden.
In mijn kanaalvisserij betrap ik mezelf erop dat ik snel een bocht als stek kies. Vooral op scheepsvaartkanalen zijn de bochten vaak uitgesleten. Hierdoor hoopt voedsel zich op en zorgt ervoor dat het een aantrekkelijke en interessante plek is voor de vis.
Door steeds hetzelfde te doen, is het mogelijk dat de karpers je in de smiezen krijgen. Je legt immers gelijk je hele hand op tafel. Vergeet niet, dat een stek die je op het eerste oog over het hoofd zal zien, ook erg productief kan zijn. Neem als voorbeeld de rechte stukken kanaal. In de zomermaanden kan een stuw een ware trekpleister zijn om binnen kort tijdsbestek een aanbeet te forceren. Na regenval wordt een stuw stilgelegd. Het voedsel in een stuw hoopt zich op waar de stroming keert, aan de zijkanten van de stuw. Er is altijd beweging in het water en hierdoor dan ook met regelmaat een hotspot voor de karpers.
De oppervlakte
Het vissen aan de oppervlakte is een tactiek die wel eens voor lief wordt genomen door menig visser. Het is een van de meest onderschatte manieren van vissen. Deze visserij is gemakkelijk te beoefenen binnen een kort tijdsbestek. Ideaal voor wanneer er andere verplichtingen de overhand hebben en er niet veel tijd is voor vissen. Je hebt niet meer nodig dan een opgetuigde hengel met een hondenbrokje of stukje brood eraan, je net, een onthaakmat en wat extra aas.
Op een kanaal kun je de vissen aan het oppervlak met regelmaat vinden op beschutte delen. Overhangende takken, een lelieveldje of verscholen tussen het eendenkroos bijvoorbeeld. Karpers zullen altijd sneller azen wanneer ze zich veilig voelen. Tref je ze op zo’n moment en hebben ze honger? Dan kun je al snel rekenen op een aanbeet.
Terugblik
Ik neem je mee naar een zomeravond een aantal jaar geleden. Omringd door muggen, verstopt in een weiland aan een zijtak van het kanaal. Na om en nabij 100 meter gelopen te hebben, stuitte ik op grote golven in het water. Deze moesten wel veroorzaakt worden door een happende karper, dacht ik bij mezelf.
Omdat ik hoopte een vis tegen te komen, had ik bij voorbaat een hengel klaargemaakt en meegenomen op mijn wandeltochtje. Ik kwam aan bij het punt waar de golven begonnen. Tot mijn verbazing lag er een behoorlijke karper met volle overtuiging tegen de wal aan te happen. Door mijn enthousiasme, legde ik het brokje tot twee keer toe op haar hoofd. Drie keer bleek scheepsrecht, want de derde keer was het raak. Zoals ik van een kanaalvis gewend ben, ontstond er een behoorlijk gevecht. Zenuwslopend eigenlijk.
Na het scheppen van de vis viel me pas op hoe groot ze was. Over het algemeen weeg ik vissen niet. Althans, niet gauw. Maar wat ik zeker wist, was dat ik dit formaat nog niet eerder van de oppervlakte had gevangen.
Het mooie van deze vangst, naast het complete plaatje, is dat het zich allemaal afspeelde binnen nog geen 20 minuten. Nog geen 10, als je de drill niet meerekent. De foto, met als achtergrond een vuurrode lucht staat met enige regelmaat nog steeds op mijn netvlies.
De moeite waard
Altijd zes gooien kun je niet. En daarbij is de kanaalvisserij -hoe mooi deze ook is- een bikkelharde visserij. Het moet je liggen. Keer op keer moeite doen en niet altijd worden beloond met een vangst. Als ik je iets mee mag geven: wees blij met iedere sessie die je vist en zie een blank niet als falen, maar leer ervan. En bovenal, geniet!!
Reageer