Home » (Onderwater)observaties (4)
Karper

(Onderwater)observaties (4)

Zomerse en winterse ontdekkingen

In het voorgaande deel kwam het zicht van de karper ter sprake, maar misschien meer nog dan op zijn zicht vertrouwt de karper op zijn andere zintuigen bij alles wat hij doet. Het eerste échte besef kwam in 1993. In mijn kamer in mijn ouderlijk huis had ik een aquarium staan waar vier karpers in rondzwommen. Naast dit aquarium stond een box waaruit uiteraard regelmatig muziek klonk.

No limit

Dat jaar had ‘2 Unlimited’ een hit met ‘No Limit’. Het viel me op een gegeven moment op dat als dit nummer op de radio kwam, de vissen heel wild door het aquarium gingen zwemmen. Ik ben hier meer op gaan letten en het was serieus echt alleen bij dit nummer. In iets mindere mate zag ik hetzelfde gebeuren bij een nummer van een andere groep, maar bij lange na niet zo heftig.

Toen werd voor mij écht duidelijk dat geluiden of trillingen door vissen waargenomen werden. Wat als we geluid en trillingen al dan niet bewust inzetten om dit met voedsel te associëren? Even wat praktijkvoorbeelden.

Het begin van het boilietijdperk. Toen hoefde je alleen maar wat bollen in het water te gooien en in no time zaten de karpers erop. Zelfs de plons van je wartellood deed ze naar je haakaas zwemmen. Omdat boilies toen nog niet overal te koop waren en wij ze zelf maakten, gooiden mijn vismaten en ik ook wel eens steentjes rondom ons haakaas in het water als we even geen beet kregen. Een aanbeet volgde dan vaak al snel. De vissen legden dus de link tussen iets wat in het water viel en eten. Dit ging goed totdat ze te vaak nare ervaringen hadden ondervonden.

Tijdens mijn kattenbrokvisserij pasten mijn vismaten en ik dit ook wel eens toe. In de parken waren paden met houtsnippers aangelegd. Door het vele voeren van kattenbrokken waren de vissen geconditioneerd geraakt op het geluid van de op het water neerkomende brokken. Als we dan tijdens het vissen bijna door onze brokkenvoorraad heen waren geraakt, gooiden we hier en daar zo hard mogelijk een paar handjes van de houtsnippers op het water en meestal hapten er dan al snel een paar karpers in de rondte!

Daar kwam ons haakaas dan bij te liggen met enkele bijgevoerde brokken. We ‘riepen’ ze dus als het ware! Ook dit werkte na een tijdje niet meer. Tegenwoordig zie je wel dat op wateren waar veel met de spod bijgevoerd wordt, de vissen reageren op het geluid van het neerkomende ding. De ‘etensbel’ rinkelt! Totdat de vissen het neerkomen van de spod weer gaan associëren met gevaar.

Een laatste voorbeeld: we bootsten in het verleden op sommige wateren bij het oppervlaktevissen het geluid van smakkende en slurpende karpers tegen de kanten en leliebladen na. Dit geluid was redelijk goed te imiteren door met vier vingers in het wateroppervlak te ‘schieten’. Op de manier zoals je met je vingers een propje papier van de tafel schiet. Onder de juiste hoek en met de juiste kracht leek het verdomd veel op het geluid van een smakkende karper.

Dit trucje pasten we vooral toe als het water er stil bij lag. Door dit geluid meermaals op diverse plaatsen in het water te maken, wisten we opvallend vaak wat leven in de brouwerij te krijgen. Ik weet, het klinkt vergezocht, vele mede-vissers lachten ons ook uit als we bezig waren of we het vertelden, maar wij lachten het hardst! Zien en horen eten, doet eten, dat weten we allemaal, toch?! Zelf uitproberen en ontdekken. Soms zit je fout, soms op goud.

Je hoort hier goed hoe duidelijk hoorbaar het duiken van de koeten is en je ziet een paar reacties van karpers en de koeten:

Winterse ontdekkingsreis

Wintervissen is misschien wel een van de meest beschreven onderwerpen binnen de ‘carpscene’ en telkens lees je dezelfde dingen terug. ‘In het najaar daalt de watertemperatuur en dat is het moment dat de vissen hun vetreserves voor de winter gaan opbouwen en dus veel gaan vreten. Zodra de watertemperatuur onder de 10 graden komt moet je de diepere delen van het water opzoeken of bij zonnig weer een ondiepte aan de zonkant, want daar kunnen ze zich lekker opwarmen in het zonnetje.’

Praktijk vs theorie

Klinkt vast bekend in de oren, maar zoals eerder aangehaald, ben ik iemand van de praktijk en ben ik van mening dat wij dieren te vaak menselijke eigenschappen toedichten. Nu ben ik geen bioloog, laat staan dat ik pretendeer alles te weten, maar als ik mijn boerenverstand koppel aan 36 jaar praktijkervaring en onderzoekslust, dan kom ik toch echt soms tot andere conclusies.

Een karper is koudbloedig, daar valt verder niet aan te tornen. Zijn stofwisseling gaat dus omlaag als de watertemperatuur daalt. Hoe kan een karper dan in de herfst, bij lage en nog dalende watertemperaturen, meer eten dan in bijvoorbeeld de zomer bij hoge watertemperaturen?

Zou de opbouw van vetreserves niet gewoon eerder beginnen of misschien op gang gebracht worden door een ander proces in zijn lichaam? Het is natuurlijk wel zo dat hij minder keus heeft uit wat hij kan eten door de sterke afname van natuurlijk voedsel en daarmee dus ook sneller uitkomt bij het door ons voorgeschotelde voer. Dat komt ook overeen met mijn vangsten in al de jaren dat ik nu op karper vis, het hele jaar door.

Ik heb amper een jaar gekend waarin ik in het najaar in ongeveer hetzelfde aantal visuren duidelijk meer ving dan in bijvoorbeeld de zomer, eerder andersom. De zon zullen ze ’s winters vast wel eens om de een of andere reden opzoeken, maar ik geloof niet dat ze dat doen om zich op te warmen. Misschien om andere processen op gang te brengen? Ik kan het niet met aangrenzende zekerheid zeggen.

En waarom zijn bruggen, boten en duikers gekende winterholen? Daar dringt weinig direct zonlicht door. De theorieën klinken mooi, maar in mijn ogen werkt het in de praktijk vaak anders. We willen ons als mens nu eenmaal graag kunnen identificeren en dingen begrijpelijk maken. Een karper is een karper. Veruit mijn meeste wintervissen vang ik op dieptes van 30 centimeter tot 3 meter water. Let wel, in het late najaar, zeg oktober tot mid-december, is dit nog anders, tenzij de luchtdruk hoog is.

Een filmpje van winterobservaties met beelden onder- en bovenwater:

Koud water observaties

Juist op de in de winter helder geworden wateren valt ’s winters heel veel te leren. Mét en zonder onderwatercamera’s. Omdat karpers door de lage watertemperatuur een stuk minder actief zijn en dus minder zwemmen, zoek ik ze liever op dan vele uren achter mijn hengels af te wachten.

Dit doe ik door langs het water te lopen en in mijn (rubber) boot rond te varen. Uiteraard altijd met een stel polariserende glazen voor mijn ogen. Op interessant ogende winterstekken steek ik graag mijn GoPro in het water en dan kom je bij bruggen, duikers, onder struiken en boten vaak interessante dingen te weten!

Natuurlijk zijn er nog genoeg andere potentiële plekken om te onderzoeken. Zo kan ik bij het uitlezen van de geheugenkaart zien waar zich wel en geen karpers ophouden en kom je genoeg dingen tegen die je in andere jaargetijden ook goed kunt gebruiken! Het is allemaal een grote ontdekkingsreis.

Op onderzoek met de boot

Rustig varend in mijn boot speur ik het water om me heen af. Ondanks de bewolking en neerdalende sneeuw kan ik met behulp van de polariserende glazen tot een meter of 4 diep op de bodem kijken. Na dik anderhalf uur zoeken vind ik eindelijk wat karpers. Zo weinig mogelijk geluid makend, leg ik mijn boot vast en voer wat gecrushte boilies. Ik tel er 9, met zeker een tweetal dikke dertigers erbij! Slechts een kleinere schub toont interesse in de voerdeeltjes, maar pakt nog niets op. Rustig zwemmen ze verder tot ik ze niet meer kan volgen.

Ik baal goed. Waarom aten ze niets? Tot mijn verrassing zwemt een van de spiegels uit de school een paar minuten later mijn blikveld binnen en volgt ook de rest niet veel later. De spiegel en nog 4 anderen gaan met hun kop naar beneden. Alles lijkt zich in slow motion af te spelen. Wat gaat dit ontzettend traag allemaal!

De vissen die niet eten hangen gewoon maar wat rond, zo lijkt het. Ze tonen in ieder geval geen interesse in het voer. Na een dik half uur ben ik niet meer te houden. Ik moet er een vangen! Dat duurt al met al nog een uur, waarna de plek verstoord lijkt te zijn. Meteen nóg een les geleerd: minder voerdeeltjes voeren!

De volgende dag ben ik terug. Ik zie ze al als ik aan kom varen. Zelfde laken een pak. Het zijn exact dezelfde vissen als gisteren en wéér dezelfde vissen die eten. Ook de schub die ik gisteren heb gevangen is er bij. Dit keer weet ik er 2 uit het groepje van etende vissen te vangen. Waarom eet de rest niet? Ik zou het niet weten.

Dit fenomeen heb ik nog vele malen op diverse wateren waar kunnen nemen. Zo ook bij een zeer brede brug over een kanaal. Ik ben er weer eens met mijn rubberboot op uit getrokken en het water is vandaag uitzonderlijk helder. Een goed moment dus om mijn onderwatercamera in te zetten en het gebied rond de brug eindelijk eens in kaart te brengen.

Rond de pijlers staat ongeveer 3 meter water, dus neemt het nogal wat tijd in beslag voor ik elke pijler van bodem tot aan de betonnen rand boven in beeld heb gebracht. Bij thuiskomst bekijk ik de beelden op mijn computer. De pijlers staan op palen, dus een perfecte winterholding! En verdomd, onder één pijler hield zich een school karpers op! 17 Stuks zelfs. De andere pijlers lijken van leven verstoken.

De volgende dag keer ik meteen terug. Wie weet blijven ze er niet lang rondhangen?! In een uur tijd vang ik twee mooie schubkarpers, daarna valt het stil. Ik kon alles volgen. Van aanzwemmen, azen en haken. Ook hier was duidelijk te zien dat lang niet alle vissen aasden. Vlak voor ik vertrek steek ik mijn camera nog even in het water. Misschien ontdek ik wel nog iets nieuws?

Een filmpje van stekonderzoek in de winter:

Vierkante meter

Na een aantal weken maak ik de balans op. Soms waren de vissen een dag of twee ergens anders naar toe gegaan, maar ze keerden wel terug naar dezelfde pijler en dezelfde opening tussen de palen. Onder de andere pijlers van de betreffende brug heb ik ze geen enkele keer kunnen waarnemen. Daarnaast aasden ze enkel voor de opening waar ik ze zag liggen.

Waarom dit zo was weet ik niet, maar het belang van onderzoek werd ook hier weer bevestigd. Had ik 2 meter naast de opening gevist, dan had ik waarschijnlijk niets gevangen! Het jaar erop ben ik terug. Dit keer ligt er weer een school onder dezelfde pijler, maar een andere opening en hun gedrag is nagenoeg een kopie van dat van het voorgaande jaar!

Rare beesten die karpers. Dergelijk gedrag bleek niet alleen voor deze holding op te gaan! Ook bij andere winterholen maakten kleine verschillen veel uit. Kon ik niets zien omdat het water te troebel was, dan kwam ik hier vissend wel achter.

Drie categorieën

Aan de hand van mijn waarnemingen en ervaringen deel ik de vissen ’s winters tegenwoordig in 3 groepen in. De eerste groep bestaat uit vissen die vrijwel niets doen, die lethargisch de winter doorbrengen. Deze groep heb ik zelf niet waargenomen omdat ze zich te diep ophielden, maar gesprekken met duikers hebben me hiervan overtuigd.

De tweede groep noem ik de ‘Holbewoners’. Dit zijn de vissen die zich gedurende het grootste deel van de winter ophouden in en rond winterholen. De derde groep zijn de vissen die zich in open water ophouden en nog geregeld rondtrekken. Zij lijken niet altijd bereid tot azen, maar aangezien ze wel energie verbruiken zal dit vast wel op enig moment gebeuren. Tevens een groep die we misschien wel eens heel goed zouden kunnen vangen met de zig!

Met zomaar alles klakkeloos geloven en overnemen doe je jezelf dus te kort. Dit geldt voor de winterperiode duidelijk zelfs nóg meer. Er zijn nog zoveel dingen die je zou kunnen uitzoeken die van invloed kunnen zijn op jouw visserij! Jij wil toch ook meer vangen? Zoals al vaker gezegd is er winst te behalen door het toepassen of aanpassen van meerdere kleinere dingen.

Maak gebruik van de mogelijkheden die de leefomgeving van de vissen je biedt en houdt rekening met de beperkingen. Wij vissers zijn verantwoordelijk voor situaties die karpers met gevaar gaan associëren. Zij gaan zich daar naar gedragen. Conditionering, of dressuur zoals het ook wel door vissers genoemd wordt.

We benadrukken eigenlijk alleen de negatieve vorm hiervan. Denk eens aan voorvoeren. Dat is een poging tot positieve conditionering. Werkt dit voorvoeren intussen bij jou misschien niet juist tegen je? Zij die zelf dingen durven en willen uitzoeken en daardoor al snel anders doen, bemachtigen een voorsprong. Op elk water, op elk moment, gelden weer andere regels. Succes en veel plezier!

Over de auteur

Boudewijn Margadant

Reageer

Klik hier om een reactie te plaatsen