Het einde van het zeebaarsseizoen komt langzaam in zicht, maar dat is niet alleen slecht nieuws, want dat betekent ook dat ze nog een tijdje stevig doorazen om straks de winter goed door te komen. Bovendien staan ze nu op hun zwaarste gewicht, en omdat dit gewicht bekomen wordt vanwege extra spierweefsel, wil dat ook zeggen dat ze helemaal op hun sterkst zijn.
Voldoende reden dus om regelmatig richting zee te rijden, en dat staat nu ook op het programma. Gewoon omdat het zo leuk is, klik ik eerst een popper in de speld. Deze Iris Pop leverde me dit jaar al erg veel leuke momenten op, en daarvan wil ik er nu nog wel wat beleven.
De eerste worpen
Vol vertrouwen gaan de eerste worpen richting einder. Dat vertrouwen wordt vandaag niet versterkt, want een eerste aanbeet blijft wel erg lang uit. Hmm, toch eerst even veranderen van oppervlakteaasje vooraleer ik besluit om dieper te gaan vissen. Wat ik enigszins verwachtte gebeurt ook: er komt helemaal geen aanbeet in de oppervlakte vandaag.
De reden hiervoor denk ik wel te weten. Er was vandaag geen schijntje zon om de kleine vissen naar boven te trekken om er zich lekker te laten opwarmen. Het water is sowieso al een pak kouder geworden, en bovendien blaast een stevige noordoostenwind over het water en die zorgt nog voor een extra afkoeling van de bovenste waterlaag. Logisch dus dat de aasvis vandaag minder zal te vinden zijn in de oppervlakte.
Er is misschien één stek waar het wel zou lukken, en daar rijd ik nu naar toe. Het is een stek waar een bult bodem naar boven komt en dat zorgt rondom voor 3 mooie scherpe taluds. Die ondiepte is een kleine 100 meter lang, en op veel plaatsen begroeid met allerlei schelpen. Er blijken vandaag een paar erg grote harders op te liggen. Ze knallen er vandoor als ze me in de smiezen krijgen.
Vanwege deze vele scherpe obstakels lijkt het me verstandig om mijn stevigste zeebaarshengel erbij te nemen. Deze hengel tot 80 gram is naar mijn doen een erg stevige hengel. Ik vis veel liever met hengels die veel lichter zijn, zodat de vissen ten volle kunnen bewijzen hoe sterk ze eigenlijk zijn.
Maar hier op deze stek zouden ze met dat bewijzende gevecht wel eens kunnen aantonen hoe vaak ze lijnen kunnen doorsnijden bij hun snelle runs naar de diepte. Naast het feit van het kunstaasverlies wil ik ook zeker niet hebben dat de ontsnapte vissen verder moeten rondzwemmen met een haak in hun bek.
Welk kunstaas?
Over kunstaas gesproken, waarmee zou ik hier nu starten? De tackle box wordt open geklikt, en mijn ogen speuren rond. Ze vallen op een Westin zandimitatie die nooit eerder mocht zwemmen. In het najaar blijken dit soort van aasjes wel goed in de smaak te vallen, dus krijgt deze nu zijn eerste kans.
In mijn geheugen wordt gegraven naar de maximale diepte van de stek voor me. Ik meen me te herinneren dat er daar wel een meter of 6 zou moeten staan. Dan gaat de worp richting einder. Helaas liet mijn geheugen mij ferm in de steek, of duikt dit Westinaas veel sneller de diepte in dan ik had gedacht, want als ik wil beginnen binnen spinnen, blijkt het zaakje al muurvast te liggen. Ik ga het kort houden, deze zandaalimitatie heeft in zijn leven nooit één cm vooruit kunnen zwemmen…
Nieuwe onderlijn knopen dus, en nieuw aasje kiezen. Ik ga dit keer voor een roze Xcitershad van Rapture. Normaal gebruik ik deze tot mijn grote tevredenheid om te vertikalen, maar na de eerste pogingen op de zeebaars met deze roze, behoorde hij al snel tot mijn favorieten. Vreemd dat een shad in deze kleur door deze toch vaak moeilijke vissen als mogelijke prooi wordt aangezien. Dat roze niet alleen door mij worden beschouwd als een uitstekend kleur voor zeebaars, bewijzen ook de vangsten van mijn vismaten.
Ik kies voor een tien-grams roestvrij stalen kopje bij de shad. Vanwege het lager soortgelijke gewicht zal de afzinksnelheid lager liggen, en kan ik op de ondiepste delen gemakkelijker voorkomen dat ik vast zal hangen.
Voor alle zekerheid ga ik eerst kort onder de oppervlakte vissen; vooraleer ik de shad de kans geef de diepte op te zoeken. Ik tel daarom maar tot vier vooraleer ik start met binnen spinnen. Net waar ik de knik van het talud vermoed, ga ik een stuk sneller draaien, kwestie van niet alweer te moeten gaan knopen.
Direct na de versnelling gaat een beuk door de hengel, en begint de slip van mijn Kriusmolen luid te zingen. De vis gaat er als een razende vandoor, en doet mij compleet versteld staan van dit snelle succes. De dril is hevig, en dankzij de kracht die ik kan zetten met mijn stevige Fierce Tackle-hengel, krijg ik de zilveren rover voldoende vlot tot in de oppervlakte.
Oef, nu niet meer laten duiken, gaat door mijn hoofd. Met mijn armen hoog in de lucht en de hengel zo verticaal als mogelijk, zet ik veel druk naar boven. Spetterend in de oppervlakte moet de vis steeds meer afstand afgeven, en een tijd later is hij schepnet-klaar.
De vis na het onthaken zien terugzwemmen naar het diepe, is altijd een prachtig gebeuren, maar mijn vissershart wil mijn lijf al snel weer de volgende worpen laten maken. Was dit snelle succes nu toeval, of……….
Het blijkt helemaal geen toeval te zijn geweest, maar de “right way to go” vandaag. Als ik op dezelfde manier te werk ga: over het talud gooien, en dan een stevige versnelling maken kort voor het talud, levert het me erg vaak een aanbeet op. Het zijn lang niet altijd de beuken zoals de eerste keer, maar er wordt zo goed als geen enkele aanbeet gemist. De roze Xciter bewijst nog maar een keer waarom hij tot mijn favorieten behoort.
Niet eerder gelukt!
Helaas is deze ondiepe plaat niet oneindig groot. Na een tijd is ze over haar volledige lengte afgevist, en nader ik de linkerzijde waar ik nooit eerder een aanbeet kon versieren. Dit deel kan enkel worden bevist vanaf een hoge kademuur, en ik ben er rotsvast van overtuigd dat de vissen mij eerder zien staan dan ik ze kan aanwerpen.
Zeebaarzen zijn helemaal niet dom, dus geef ik mij hier opnieuw niet veel kans. Het water is vandaag vanwege de stevige wind echter niet zo helder als anders, dus misschien lukt het toch? Ik houd mezelf zo ver als mogelijk van de kant bij mijn eerste worp. Nu laat ik mijn aas een stuk langer afzinken vooraleer het wordt binnen gedraaid. Daar waar de bodem begint op te lopen versnel ik beetje bij beetje.
De roze kleur van de Xciter komt in zicht, eigenlijk wat hoger dan bedoeld.
Even wat trager draaien, zodat hij terug wat dieper gaat zwemmen, lijkt me nog verstandig. Net op dat moment denk ik het blauw op te merken van een zeebaarsstaart dat het zware lijf ervoor richting shad stuwt. F*ck, er volgt er één. Ik ga ergens een truc moeten uithalen om die volger te overtuigen om toe te happen, maar erg veel plaats om de trukendoos te openen is er niet meer.
De shad zwemt nu namelijk al de onderwaterberg op. Als ik al een paar meter boven die ondiepte ben, zie ik helemaal geen achtervolger meer. Even maak ik een korte versnelling, in de hoop dat er toch nog een zeebaars mijn aas in de smiezen houdt, en zich daardoor niet meer kan beheersen. Er gebeurt echter niets. Omdat er nog weinig meters lijn over blijven, lijkt mij vertragen nog de enige mogelijkheid. “Zeker niet vastlopen nu”, gaat door mijn hoofd, maar die gedachte wordt vlot gewist vanwege de snel opvolgende gebeurtenissen.
Uit het lege niets van de diepte knalt een grote zeebaars richting mijn ‘roze’. Op minder dan drie meter ervan lijkt hij af te remmen, maar dan volgt een supersnelle staartslag, en gaat de bek open en toe. De snelheid die hij bij dit gebeuren haalt is ongelofelijk. Nog straffer is het feit dat hij na het toehappen, sneller dan Lucky Luke zijn schaduw een bocht maakt van 180° om terug de diepte op te zoeken. Hierbij wordt mijn hengel bijna uit mijn handen getrokken, en moet de slip gelijk stevig pareren om lijnbreuk te voorkomen.
Whooooaaaaaaw, weerklinkt nog luider dan dat slipgeluid uit mijn mond. Wat een knaller van een aanbeet, wat een prachtig aangezicht! Dit beeld gaat nooit meer uit mijn geheugen worden gewist. Ik sta op de kant met een super brede lach op mijn gezicht, maar weet wel dat ik nog eerst een tijd aan de bak moet om deze knappe vis te drillen.
Opnieuw ben ik blij dat ik veel reservepower heb in mijn hengel, want de gehaakte zoekt steeds opnieuw de scherpe bodem weer op. Ik snel langs de kant en sleur de vis richting dieper gedeelte, om deze krachtpatser geen kans te geven de schelpen te bereiken in het ondiepere gedeelte. Hier, met de vele meter water onder zich, mag hij razen wat hij wil, en ik geniet ten volle van zijn runs. Beetje bij beetje voel ik dat zijn krachten afnemen, en win ik lijn. Uiteindelijk komt hij in het bereik van mijn lange schepnet.
Het gevecht wordt beslist in mijn voordeel. Met zijn 64cm een beste vis, en ik ben onder de indruk van veel zaken van deze vis, maar het mooiste ervan was zeker de aanbeet. Telkens ik die voor mijn geest haal, tovert dit een brede smile op mijn gezicht. Ik ga er nog vaak van genieten, en wens iedereen van jullie ook ooit één van dat soort aanbeten toe.
Reageer