De visser geconditioneerd?
Evalueer jij jezelf als visser wel eens? Heb je plezier in wat je doet? Zijn de vangsten goed? Of staan die tenminste naar jouw mening in verhouding tot je geleverde inspanningen? Of had het misschien beter gekund? Kijk je meer naar jezelf of naar anderen? Misschien kun je nog wel beter observeren. Zien we ergens karper zwemmen, rollen of springen bijvoorbeeld?
Maar er valt nog zoveel meer te ontdekken! Over het leefgebied van de karper, over zijn gedrag, maar ook over de materialen die je gebruikt om ze te bevissen. Regelmatig ga ik er dan ook met alleen mijn camera’s op uit om zowel onder als boven water te onderzoeken hoe ik mijn benadering kan verbeteren.
Gedachtengang en aannamen
Het gedrag van de karper zorgt al vele decennia voor gespreksstof omdat nog veel onbekend is. Veel aangehangen theorieën blijken in de praktijk niet te kloppen. Dat komt deels voort uit een breed gedragen neiging van mensen om dieren menselijke eigenschappen toe te dichten. Dat begint al in een vroeg stadium met voorleesboekjes en tekenfilms die over vissen, mammoeten, paarden, pinguïns, beren en leeuwen gaan bijvoorbeeld. We willen ons als mens nu eenmaal graag kunnen identificeren en dingen begrijpelijk maken.
Maar in de visserij is niet alles te verklaren en je doet jezelf al helemaal tekort als je algemeenheden voor elke situatie als waarheid aanneemt. Er zijn zoveel factoren die onze visserij beïnvloeden die elke keer weer een beroep doen op onze ervaring, kennis en vindingrijkheid.
Niet voor niets zijn het dezelfde mensen die opvallend vaak de beste resultaten boeken. Behoren zij tot de volgers? Waarschijnlijk niet, anders zouden zij niet keer op keer in staat zijn om zich te onderscheiden.
Observeren & leren
Natuurlijk beleeft iedereen vissen op zijn of haar manier, maar allemaal willen we vangen, niet? En het liefst minimaal genoeg. Alleen met visspullen aan het water zitten is niet waar we het voor doen, al maken we onszelf dat wel soms wijs. Niemand wil alleen maar blanken. Een groot deel van de vissers is het er wel over eens dat de praktijk lang niet altijd strookt met de theorie. Toch blijven zij blind uitgaan van gedachtegangen en aannames uit een tijd waarin het heel anders gesteld was met de kennis, omgeving en hengeldruk in de visserij.
Er is natuurlijk helemaal niets verkeerd aan om ‘volger’ te zijn, maar persoonlijk beleef ik er plezier aan om zelf dingen uit te zoeken, waardoor ik de karper, maar ook de gebruikte materialen beter leer kennen en deze kennis kan vertalen naar de aanpak die ik ga gebruiken. Hiermee verschaf ik mezelf ook een kleine voorsprong op anderen die dit niet doen. Het vermogen tot het zo goed mogelijk voorspellen van het gedrag van de karper speelt een belangrijk aandeel in het te behalen succes. Ken je ‘tegenstander’. Vis- en observatie-uren maken dus!
Persoonlijk ga ik liever uit van wat de praktijk mij uitwijst en in sommige gevallen zullen dingen zelfs meerdere keren bevestigd moeten worden. Vissen is in mijn geval voor een groot deel gevoel en ik vis een stuk prettiger in de wetenschap dat ik zoveel mogelijk onzekerheden heb uitgesloten. Dit doe ik door in de praktijk dingen uit te proberen, te observeren en te concluderen.
Als ik blank terwijl ik naar mijn idee zoveel mogelijk onzekerheden heb weggenomen, dan kan ik daar enige vrede mee hebben. Daarom spelen vooral (onderwater) observaties een belangrijke rol in mijn aanpak en de materialen die ik gebruik. Niet alleen om te zien of zich ergens vis ophoudt, hoe deze aast of reageert op mijn voer of haakaas, maar zeker ook om te zien hoe de ingezette producten zich onder water gedragen!
En dan zie je op sommige wateren heel goed de gevolgen van conditionering! Aangezien de praktijk nooit zo perfect is als de theorie of de ons voorgeschotelde reclamefoto’s, valt hier door de visser zelf nog winst te behalen. En dat vind ik wel zo prettig, want ik vang graag vis als ik met hengels aan de waterkant ben.
Tunnelvisie
Met de komst van het digitale tijdperk is er meer vergelijkingsmateriaal, kunnen we tijd besparen en komen we makkelijk aan kennis, maar hebben we tegelijkertijd ook te maken met veel meer indrukken en worden we heel langzaam, beetje bij beetje, een bepaalde richting in gestuurd.
We zijn volgers geworden in plaats van initiators en uitvinders en daarmee ook wat gemakzuchtig. Trends en hypes worden gecreëerd door bedrijven en dat lukt alleen maar als anderen volgen. Is dat per definitie slecht? Nee. Maar wat wordt er gezegd over volgers? Die zijn nooit de eersten!
Waar in eerdere generaties gesproken werd over een willekeurige vis als zijnde de prijs, lijkt het bij een groot deel van de huidige karpervissers te draaien om gewicht(igheid). Niets mis mee, ieder zijn eigen motivatie. Samen met het sterk toegenomen aantal vissers en social media werkt dat competitief gedrag in de hand. En alles samen heeft weer meer hengeldruk en dus conditionering tot gevolg.
Dat zorgt weer voor vraag naar nieuwe, innovatieve producten om de steeds maar ‘slimmer’ wordende karpers te kunnen blijven vangen. Zo is er door de jaren heen een keur aan producten uitgekomen die onze lijnen en rigs onzichtbaar zouden moeten maken. Beweringen vlogen en vliegen ons bij het aan de man brengen om de oren, vaak gestaafd met foto’s van corpulente karpers. Maar wie heeft deze producten na aankoop vervolgens zelf in de praktijk beoordeeld in verschillende omstandigheden? Of gaan we blind af op wat de marketeers ons vertellen?
Nu zijn alle teksten, artikelen en filmpjes zeker een verrijking voor onze visserij en vaak ook prima vermaak, maar het gevaar van het herhaaldelijk lezen en zien van al deze informatie is dat we geneigd zijn om niet meer verder te kijken en denken. Alles is theoretisch logisch voorgeschoteld. Als elk merk een gelijksoortig product heeft en iedereen het gebruikt, dan zal het wel goed werken toch? En als die en die visser op dat en dat systeem vangen, dan zal het ook altijd wel goed zijn, niet? Toch? Een vorm van conditionering dus en dat zorgt maar al te vaak voor tunnelvisie.
De te behalen winst zit hem vooral in de toepassing van een combinatie van meerdere kleinere dingen. Die aanpassingen en dingen ontdek je alleen door je kennis te vergroten en de materialen zelf in de praktijk te gebruiken, om te weten te komen of ze doen waarvoor ze ontwikkeld zijn.
Materialen worden door de diverse merken natuurlijk met een idee of om een reden ontwikkeld of in het pakket opgenomen. Zo zijn er bijvoorbeeld vele lijnen op de markt te verkrijgen die allemaal zijn gemaakt voor een bepaald doeleinde. De ene moet bijvoorbeeld slijtvast zijn of juist sterk, snel afzinken of juist wat minder snel. Zet je het materiaal in waarvoor het ontwikkeld is, dan is er al winst behaald! Naast het inzetten van het juiste materiaal in de omstandigheden die daarom vragen.
De ogen vertroebeld
Kijkend naar ons eigen land is met de toename van het aantal mensen en de daarmee gepaard gaande verstedelijking, de leefomgeving van kapers aanzienlijk veranderd. Zo ook dus de omgeving waar hun belagers actief zijn. En juist alles wat er op, om of in een water gebeurt, heeft invloed op het gedrag van het waterleven.
Zo zal op het ene water een karper de mens met gevaar associëren en op het andere water juist niet. Dat gaat zelfs op voor afzonderlijke delen van een water. Denk maar aan bijvoorbeeld een eenden-voer-hoek, een haven of het openluchtzwembad waar nooit gevist mag worden. Daar zwemmen en eten de karpers ogenschijnlijk zonder terughoudendheid, waar dat buiten die gebieden wel anders is!
Bij aankoop van lijn en end tackle houden we sterk rekening met het gezichtsvermogen van de karper. Alles behalve ons aas moet bij voorkeur niet opgemerkt worden. Hier spelen de merken handig op in door hun producten in diverse kleuren aan te bieden die onder water niet zouden moeten opvallen. Een zandkleurtje voor zandbodem, een donker grijs/bruin kleurtje voor een modderbodem, enz. Visueel hebben karpers het lang niet altijd makkelijk.
Onder water wordt licht meer verstrooid, waardoor een karper minder scherp zal zien, zeker naarmate de afstand of diepte toeneemt. Dit nadelige effect zal alleen maar sterker worden als er sediment of algen in het water zweven. Met zijn gebolde ogen kan een karper recht boven of voor zich het gedetailleerdst zien. Hoe verder van dit centrum af, hoe minder scherp zijn beeld zal worden.
Kijkt een karper naar boven door het wateroppervlak heen, dan zal naarmate de hoek groter wordt ten opzichte van het wateroppervlak, de reflectie van het wateroppervlak steeds meer het doorzicht van de karper belemmeren. Staat er ook nog eens een kabbel op het water, dan wordt het nog lastiger.
Koude Kermis
Op de wateren waar ik vele jaren heb gevist, is een duidelijk patroon naar voren gekomen omtrent gedrag langs de waterkant. Met het toegenomen fiets-, auto- en wandelverkeer langs het water, is er een duidelijke verandering opgetreden. Waar je tot een jaar of tien nog wegkwam met behoedzaam gedrag en nog beter, de rustige plekken van het water opzoeken, zal je nu in de meeste gevallen van een koude kermis thuiskomen.
De vissen hebben geleerd dat fietsers en langslopende mensen geen gevaar vormen en ze dus rustig hun ding kunnen blijven doen. Maar stopt er iemand om wat voor reden dan ook, dan zakken de vissen langzaam naar dieper water en zwemmen weg. Natuurlijk ben ik vaak blijven staan om te kijken of de vissen terugkeerden. Vaak kwam dan na een tijdje een vis of soms twee of drie uit het groepje aanzwemmen, maar zodra ze mij opmerkten werd er rechtsomkeer gemaakt om niet meer terug te komen.
Dit gedrag heb ik intussen op meerdere wateren geconstateerd. Stilstaande mensen of silhouetten brengen ze dus in verband met een gevaarlijke situatie. De kleur van mijn kleding maakte helemaal niets uit want ik ging op in de omgeving. Dat bewijs werd voor mij definitief geleverd toen ik jaren terug bewust met een wit T-shirt aan ging oppervlaktevissen.
Ik voerde een flink aantal broodkorsten in verschillend formaat. Zolang ik niet bleef stilstaan, maar op vijf meter van het water rustig heen en weer liep over een afstand van zo’n vijftig meter, werd er zo nu en dan een korst gepakt. Bleef ik stilstaan, dan zakten de vissen naar dieper water tot ik verdwenen was. Liep ik weg om vervolgens weer rustig heen en weer te lopen, dan kwamen ze na verloop van tijd weer naar de oppervlakte. Ik monteerde een korst op mijn haak en wierp in.
De hengel kwam helemaal op de kant te liggen zodat de top niet over het water stak en ik bleef opzichtig heen en weer lopen in mijn witte T-shirt. Werd de korst gepakt, dan sprintte ik naar de hengel. Zo wist ik die middag in drie uurtjes twee vissen op de korst te vangen, wat een zeer goed resultaat was in die tijd. Andere wateren volgden. Nu begreep ik ook meteen waarom de ongedurigere karpervissers toch soms een vis vingen. Zij liepen jagend achter de hoogzwemmende vissen aan!
Jarenlang heb ik ook ’s nachts langs vele wateren gelopen om de karpers aan de oppervlakte te bevissen. Nu was de situatie weer heel anders dan overdag. Er liepen en reden in de nachtelijke uren een stuk minder mensen langs het water en daar leefden de karpers dan ook naar.
Om hoogzwemmende karpers te vinden, maakten mijn vismaten en ik gebruik van het licht van lantaarnpalen en ander kunstlicht, maar vooral ook van een Maglite, een zaklamp met zeer krachtige bundel, waarmee we rond bruggen en langs de oevers in het water schenen. Het was hierbij van belang dat we de lichtbundel rustig over het water lieten glijden bij onze zoektochten. Ontdekten we een vis in het licht, dan was het een kwestie van eventueel wat voeren en vissen.
De vissen zagen dit licht kennelijk niet als gevaar omdat het wat hen betreft waarschijnlijk niets anders was dan ze gewend waren met het kunstlicht uit de omgeving en de langsrijdende auto’s met ontstoken koplampen. In een donker polderlandschap wisten de vissen niet hoe snel ze weg moesten komen…
Reageer