De visserij op de rivier vanuit een bellyboot geeft mij een gevoel van vrijheid, weg van de drukte uit de stad. Geen voorbij razende auto’s, slechts meeuwen die over het water scheren of een wegrennende haas in het weiland.
Heerlijk, midden in de natuur nieuwe visgronden ontdekken en hopen op die dreun op de hengel!
Succes op de rivier
De rivieren en aangesloten plassen hebben een enorme potentie aan roofvis, wat de uitdaging alleen maar groter maakt! In eerste instantie denk je aan grove baars en snoekbaars, maar snoek, roofblei en meerval zijn ook mogelijk! Toch heeft elke soort weer zijn specifieke aanpak. Ik richt mij meestal op de baars en snoekbaars, waarbij ik de baars voornamelijk in de wintermaanden belaag, dan zijn ze het dikst!
Maar ook in de zomer is er goed op baars te vissen, vooral luide plugjes en agressief geviste shads zijn erg gewild. Zodra de rivier hard genoeg stroomt is het echter de snoekbaars die mijn hart sneller laat kloppen! Het gevoel van een shad die keihard onderschept wordt is verslavend! Er zijn echter nogal wat factoren die meespelen, wil je succes hebben op de rivier.
Allereerst de stroomsnelheid, ofwel waterafvoer, is erg belangrijk. Hoe harder het stroomt, des te agressiever zullen de aanbeten zijn.
Bij (te) weinig stroming zullen de aasperiodes korter worden, aangezien de vissen niet veel energie verspillen. Op de site van Rijkswaterstaat is te zien wat de actuele afvoerstanden zijn voor het gebied wat je wilt bevissen (website https://waterinfo.rws.nl).
Ik probeer vooral op het water te zijn als de omstandigheden goed zijn, dus s’ochtens of in de avond en voldoende stroming.
Kunstaas en loodgewicht
Riviervissen zijn meestal niet al te kieskeurig als het gaat om kunstaas. Voor mij geen gepeuter met klein kunstaas. Voor het vertikalen gebruik ik shads met schoepstaarten, zoals de Fox pro shads, Saltshaker of Relax shads in de maat 12 tot 15cm, redelijk fors dus. Maar snoekbaarzen zijn niet vies van een flink stuk kunstaas, ik ving ze al op shads van 23cm! Favoriete kleuren zijn chartreuse, baarskleur en oranje.
Het gebruikte loodgewicht is sterk afhankelijk van de stroming en gebruikte shad. Een shad met grote schoepstaart heeft veel weerstand in het water en dan is een zwaardere loodkop noodzakelijk. Meestal kom ik uit op zo’n 18 gram. Op de bijhengel, afgesteund en voorzien van een grote shad (15cm+), is 20 tot 30 gram nodig. Deze komt ongeveer een halve meter boven de bodem te hangen, puur voor de bonusvissen. Waar ik met de handhengel mooi het bodemverloop volg is het soms de afgesteunde hengel die voor een verassing zorgt!
De shads gaan trouwens een stuk langer mee bij gebruik van een wokkel-loodkop in plaats van een loodkop met enkele haak. De shad voorzie ik van twee dregjes. De voorste dreg via 2 splitringen aan het oog van de loodkop en de stinger gewoon met een lusje over het oogje. De stinger monteer ik bovenop de shad in verband met de aanwezige mosselbanken en andere rommel op de bodem. Het werpend vissen is weer totaal anders. Meestal gebruik ik dan iets kleinere shads (8-12cm) en 7 tot 14 grams loodkoppen. Ditmaal wel met enkele haak en zonder stinger, omdat je anders wel erg vaak vast zit.
Stekkeuze en diepte
De stekken worden bekeken via google maps, hier probeer ik interessante plekken te ontdekken. Dat zijn de diepere buitenbochten, doorgangen naar plassen en lange kribben. Als we met zijn tweeën zijn zetten we eerst een auto neer op de plek waar we eindigen en rijden vervolgens naar de plek stroomopwaarts, waar we het water ingaan. Op deze manier maken we een mooie drift over de rivier.
Ik probeer in te schatten of de afstand tussen deze twee plekken haalbaar is in de tijd dat we op het water zitten. Maar soms zit ik er weleens naast en komen we pas diep in het donker van het water af…
Tijdens een avondje vissen met Johan was dit ook het geval. De vissen liggen erg gespreid, ondanks dat er genoeg stroming staat. Tegen de schemering komen we langs wat beter uitziende kribben en krijgen we bijna tegelijk beet, een dubbel hook-up is het gevolg!
In het donker gaat het gewoon door. Geconcentreerd langs de kribben vissend, volgen er nog meerdere keiharde aanbeten. Anderhalf uur in het donker levert net zoveel aanbeten op als de ruim drie uur in het licht. Johan weet zelfs nog een 80er te landen, de beloning voor onze lange tocht over de rivier!
Vissen op stromend water betekend het lezen van de stroming, ofwel waar verwacht je de roofvis? Ik besteed niet teveel tijd om een stek helemaal uit te pluizen, maar vis liever een wat groter gebied af. Spendeer mijn tijd op de plekken die er het meest interessant uitzien. Let goed op de stroomnaden en als er dan ook nog genoeg water staat is het meestal snel raak! Maar zoals eerder is gebleken, is timing ook erg belangrijk. Midden op de dag kan zo’n stek visloos lijken, terwijl het s’avonds helemaal los kan gaan.
Diep vissen is trouwens niet aan de orde op de rivier, meestal vissen we tussen de twee en vier meter, vanaf de schemering zelfs soms op minder dan één meter! Denk echter wel om je eigen veiligheid, in het donker ben je vrijwel onzichtbaar voor anderen op het water. Gebruik een hoofdlamp en let goed op de voorbij varende vrachtschepen.
Het zweefmoment van de shad is net zo belangrijk als de stek. Werpend hou ik de stelregel aan dat er minimaal 3 seconden moet zitten tussen het optikken van de shad en het moment dat ik weer bodem voel. Maar 4-5 seconden is nog beter. Het juiste loodgewicht in combinatie met de shad is dus cruciaal! Hetzelfde geldt bij het verticalen. Een felle tik omhoog, even stilhouden, en rustig laten zakken. Dat is het moment dat de aanbeet volgt!
Prachtige herinneringen
Er zijn van die momenten waarop je nog vaak terug denkt. Er was die keer dat Niels een meterplus snoekbaars ving en ik een even zo lange snoek. Beide vissen in een half uur tijd en dat midden op de dag!
Wat recenter, aan het begin van het seizoen toen we een avondje op de rivier dobberden. Er staat net iets te weinig stroming, maar de drang naar de rivier was te groot, dus toch maar de gok gewaagd. Aangezien ik wat minder actieve vis verwacht, monteer ik een wat kleinere shad, een 10 cm lange saltshaker. Zoals al gedacht is er weinig actie, tot nu toe heeft alleen een kleine snoekbaars zich vergist in mijn kunstaas.
Plotseling veert de steunhengel van Niels door. Hij lijkt vast te zitten, maar dan begint het ineens te zwemmen! Een paar tellen later schiet het gevaarte los. Gezien het lichte hengeltje, heeft de vis waarschijnlijk amper geweten dat ie gehaakt was. Wat zou het geweest kunnen zijn? Het antwoord volgt al snel als ik over dezelfde plek peddel.
Een forse dreun op de hengel verraadt een zware vis. De haak wordt gezet en het kenmerkende, zware kopschudden van een snoekbaars is het gevolg. Totdat de vis op snelheid komt en mij op sleeptouw neemt over de rivier, dus toch een snoek! Als ik de snoek voor het eerst in de oppervlakte zie verschijnen schrik ik toch wel, het is een beste bak!
Een spannende 10 minuten volgen, waarbij de snoek telkens weer de diepte opzoekt. Als ze voor de derde keer langs mijn bellyboot opduikt kan ik haar in de kieuwgreep pakken. Met 108cm een imposante verschijning! Dit is waarom we telkens weer terug gaan naar de rivier. Aantrekkingskracht. Niet weten wat er allemaal zwemt en kans maken op een echte rivierbuffel!
André de Wit
Reageer