Dit is deel 2 van het drieluik jerkbaitvissen en deze keer gaan we dieper in op het vissen met jerkbaits in polders en kanalen. Dat is wat mij betreft echt nog een onderschat terrein; in die wateren kun je juist met jerkbaits het verschil maken. Niet alleen op snoek, ook snoekbaars en soms zelfs grote baars schuwen een jerkbait niet! En ook hier zit dit verschil weer in de details van het water en in het begrip van de werking van je jerkbait. In dit artikel proberen we je hier wat meer toelichting over te geven en ook hoe je het water kunt “lezen” zodat je meer kans maakt de roofvis te vinden.
In het eerste deel ben ik dieper ingegaan op de “theorie” van de jerkbaits. Actie, zinkvermogen, jerk technieken. Ik kom daar straks nog even specifiek op terug. En ook Leon heeft in zijn kader hier de nodige aandacht aan besteed. Maar eerst ga ik wat dieper op de wateren in.
Polders en kanalen. Ons mooie Nederland is ermee vergeven. Wat hebben wij een water en wat een diversiteit! En zowel vanuit de boot als vanaf de kant hebben we dus alle gelegenheid om hier gericht op roofvis te vissen. Toch kennen we allemaal dat gevoel wel; waar moet ik nu beginnen en hoe maak ik in zo’n eindeloos kanaal of in zo’n enorme polder nu een kans om ze ook te vinden? Zoals altijd zijn er aanwijzingen en als je die weet te herkennen vergroot je je kans enorm.
Polders
Laten we beginnen met polders. En met polders bedoel ik ook echt polders; leeggepompte watersystemen die anders zee waren geweest. Met veel slootjes en afwateringskanalen om het land droog te houden. En een diepte die meestal niet meer is dan 1,5-2 meter maximaal. En daar zit volop (roof)vis en is dus alleszins de moeite waard om hier aan de slag te gaan. Een aantal tips dus. Allereerst; de kleinste, ondiepste slootjes kunnen de grootste vissen bevatten! Zeker in zomer en voorjaar, wanneer er veel kleine visjes zwemmen, volgen de rovers. En al helemaal op de kruisingen van grotere sloten en de ondiepere kleinere slootjes maak je een zeer goede kans. Hier heb je vanaf de kant echt een voordeel ten opzichte van de boot. Daarnaast is elke plek met een onderbreking of afwijking in de reguliere structuur een hotspot. Bruggen, overhangende takken, een afkalving in de oever, een grote duiker voor afwatering die in de sloot uitkomt, een poldergemaal, lelievelden; allemaal plekken waar je je jerkbait doorheen wilt vissen. Kijk hier ook goed naar het doorzicht van het water. Het kan er de ene dag kraakhelder zijn en de volgende dag, zeker na regen, erg troebel en stromen. Dit verandert dan natuurlijk de keuze van je jerkbait; Leon vertelt daar in dit artikel meer over. Zorg in ieder geval voor jerkbaits die niet te diep lopen en een goed stopmoment hebben waarop ze blijven zweven, hier kun je echt je kansen mee vergroten.
Wat mij daarnaast opvalt in de polders is dat de roofvis geconcentreerd kan liggen; als er eentje ligt liggen er vaak meer. Aarzel dus niet om na een vangst dezelfde plek nog een paar keer uit te gooien. En; de vis ligt vaak superstrak in de kant, je krijgt soms onder je voeten beet! Stil zijn dus en zorgen dat je juist de oeverranden niet overslaat. Een goede manier om dit vanaf de kant te doen is door voor je uit te werpen. Je hebt het water daar nog niet verstoord en je kunt dan goed onder je eigen oever vissen. Qua materiaal zou ik ook hier niet te licht vissen (en ook niet te zwaar); een reelhengel van ongeveer 190 -240cm, afhankelijk van je persoonlijke voorkeur met een werpgewicht van 40-80 gram met een gevlochten lijn van 40lbs en een dito onderlijn is prima. Niet alleen zit je wat vaker vast in planten en takken, maar je zal verbaasd zijn over welk formaat vis je nog tegen kunt komen. In beide gevallen is een beetje extra power geen overbodige luxe en met deze lengte kun je prima werpen. Datzelfde geldt voor de boot, zowel qua aanpak als voor het materiaal. Rustig varend in het midden van een poldersloot kun je perfect de oevers uitwerpen. Zelf vis ik graag in een waaier voor mij uit, mijn jerkbait komt dan bijna overal en dit verhoogt de kansen aanzienlijk.
Samenvattend: goed onder je eigen kant vissen, zoek naar afwijkingen in structuur, kruisingen goed uitvissen en niet aarzelen om door te blijven vissen waar je beet hebt gekregen. Een half uurtje rust kan ook zeker zijn vruchten afwerpen.
Kanalen
Met kanalen bedoel ik de grotere kanalen en dan hebben we het over serieuze watersystemen. Bijvoorbeeld de Hoge en Lage Vaart in Flevoland, het Wilhelmina kanaal door Friesland, de Vecht of het Overijssels kanaal. Grote kanalen, soms met grote scheepvaart en daarom met een grote diversiteit aan diepten, oeverstructuur en verbindingen. En daarmee weer net wat complexer dan de polder.
Allereerst denk ik persoonlijk dat je voor deze type wateren beter met de boot kunt gaan. En als je vanaf de kant vist ga dan met de fiets zodat je snel van hotspot naar hotspot kunt komen. En waarom? De meeste kanalen hebben lange stukken waar nagenoeg geen vis zit en korte stukken waar relatief veel vis zit. En die wil je natuurlijk afvissen! Ik heb dat vastgesteld na jaren en jaren vissen en kilometers varen en pas hier ook mijn aanpak op aan.
Die korte stukken waar veel vis zit laten zich op dezelfde wijze als in de polder “lezen”; afwijkingen in de oeverstructuur, kruisingen, overhangende takken, stroming, doorzicht van het water. Maar! In kanalen spelen nog een paar criteria een rol. Allereerst diepteverschillen, die kunnen aanzienlijk zijn. De vaargeul in het midden kan soms enkele meters dieper zijn dan het oevertalud. En dat betekent dat je dus verschillende dieptes af moet vissen. En dus verschillende jerkbaits zult moeten inzetten. Soms zijn er plekken waar beroepsvaart aanlegt; het spoelwater van de schroeven kan hier echt gaten creëren, soms tot wel 6 meter diep; dit zijn zeker in de winter echte hotspots! En anders dan in de polder bewegen ook de prooivissen zoals voorn en blankvoorn meer als scholen door een kanaal. De roofvis volgt deze en ook daarom zit de vis vaak meer op enkele stukken dan overal. Ik gebruik hier dan ook altijd mijn side scan functie van mijn Raymarine apparatuur zodat ik de scholen goed kan waarnemen en weet waar ik moet vissen. Weer een extra mogelijkheid vormen de bruggen, zeker die bruggen waar de betonvoeten van de brug in het water staan. Langs deze voeten ligt vaak de roofvis. En helemaal als de betonvoet zelf weer op heipalen staat, en de vis dus ONDER de betonvoet kan liggen, zijn dit extreme hotspots voor grote snoekbaars. Moeilijk te vangen maar als je er een haakt is het altijd een goede!
Ook de oevers zelf zijn diverser dan de meesten zich realiseren. Ja, het klopt, veel ervan is beschoeid en saai. Maar dat maakt juist de plekken waar dat niet zo is superinteressant! Bijvoorbeeld stortblokken; gegarandeerd goed om snoekbaars of baars op te vinden in het voorjaar. Of rietoevers; door de hekgolven van de scheepvaart vaak wat uitgesleten waardoor de rietlanden hol zijn en de vis eronder kan liggen. Ook erg goed voor meerval overigens: openingen in de beschoeiing om vogels door te laten, paaiplaatsen te maken, slecht onderhoud of een opening voor een kleine aanlegplaats voor de recreatievaart. Allemaal bijzonderheden die je zeker in je op moet nemen en kunt bevissen met meer kans.
Samenvattend zijn er dus veel variabelen die een rol spelen en specifiek voor kanalen: dieptes kennen, gaten vinden, afwijkende oeverstructuren afvissen, bruggen uitpeilen, kruisingen bevissen, scholen prooivis zoeken, stroming en doorzicht goed vaststellen. Op nieuw water begin ik daarom zelf vaak eerst met een stuk trollen terwijl ik de omgeving en diepte opneem en kijk of ik aasvis zie. Zodra ik die gevonden heb of een stuk interessant vind ga ik over op jerkbaits en vis ik dat gebied heel gericht uit. Zo benut ik mijn vistijd optimaal.
Welke Jerkbait kies je?
Ik kijk zelf altijd eerst naar het doorzicht van het water. Is het water helder? Dan ga ik voor een natuurkleur jerkbait. Is het troebel? Dan kies ik voor fellere kleuren. Vervolgens beoordeel ik de diepte. Wissel ik verschillende dieptes af, dan kies ik voor een langzaam zinkende jerkbait. Hiermee kan ik het talud blijven volgen en zakt de jerkbait langs het talud de diepte in. Vis ik bijvoorbeeld langs de oevers op dezelfde diepte (1-2meter) dan kies ik voor een jerkbait die nauwelijks zinkt.
Daarna kies ik een type actie. Een hybride jerkbait met een waggel om aasvis te imiteren. Een slider om met een mooie uitslag vis tot een aanbeet te triggeren (samen met een lang stopmoment) en soms een pullbait, dit met name voor openingen in de oever en op kruisingen met ondieper water of door leliebedden.
De grootte kiezen blijf ik lastig vinden. Het lijkt wel of dat van dag tot dag kan variëren en een ding weet ik zeker; ook snoekbaars en baars schuwen een grote jerkbait niet.
Mijn volgorde van kiezen is dus: kleur – drijfvermogen – type actie – variëren in grootte.
Materiaalkeuze
Qua materiaal kun je met hetzelfde uit de voeten als in de polders. Tegelijkertijd is het wel goed jezelf te oriënteren. Sommige kanalen bevatten soms bovengemiddeld grote vis, zoals bijvoorbeeld in Flevoland. Aarzel dan niet om een slag zwaarder te gaan met hengels tot 100gram werpgewicht, 60-8lbs lijnen en stevige wartels. Je zal die ene buffel maar haken. En ook je jerkbaits goed verzorgen! Zelf monteer ik alles af met Owner splitringen en Owner dreggen. Voor mij een zekere keuze en geen nachtmerries van uitgebogen materiaal.
Wat ik zo bijzonder vind aan polders en kanalen is niet alleen de vaak prachtige omgeving waarin je vist maar ook de waanzinnige vangsten die je kunt hebben. Vaak onverwachte pareltjes. Grote snoeken, diepdonkere snoekbaarzen, agressief grote baarzen. En als je het echt treft de verwoestende aanbeet van een grote meerval, altijd goed voor liters adrenaline. En last but not least; in ons winderige landje kun je eigenlijk altijd wel een plek vinden waar je terecht kunt. Alle opties dus om aan de slag te gaan en met de tips in dit artikel hopelijk met veel mooi resultaat!
Het volgende en laatste deel
Volgende keer alweer het laatste deel, de rivieren en groot water. Ook weer unieke watersystemen in ons fantastische visland en ook daar volop kansen met jerkbaits!
John Smit
Reageer